Possessive 'of' & Much/many

Welcome
Ha1a
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Ha1a

Slide 1 - Tekstslide

Contents
  • Check exercises possessive s 
  • Recap possessive 's/'/ of
  • much and many 
  • Exercises much and many 

Slide 2 - Tekstslide

Check exercises
  • Check exercises:  Chapter 5
Exercise: 30, 31 (page 74 & 75)
Exercise: 6, 7, 8, 9 (page 60 & 61)
Exercise: 11, 12, 13, 14, 15, 16 (62 till 65)


Slide 3 - Tekstslide

Noteer de bezitsvormen

Slide 4 - Open vraag

Wat is de regel bij deze bezitsvormen?

Slide 5 - Open vraag

Possessive 'of' / much & many
Goals:
-I can use the possessive 'of'
-I know the difference between much & many
-I can use much & many in simple sentences

Slide 6 - Tekstslide

Recap!
Remember, remember: the 's

-> Bezit van 1 persoon/dier/: John's car
-> Meervoud dat eindigt op een s: My parents' house
-> Uitzonderingen mv: The children's classroom
-> tijdsaanduidingen: Yesterday's newspaper

Slide 7 - Tekstslide

This lesson: bezit met 'of'
Als het gaat om 'dingen van dingen' gebruik je 'of':
(kan geen bezit van elkaar zijn)

The name of the game is Super Mario
The title of the book is The Shining
The door of the classroom
The keys of the laptop

Slide 8 - Tekstslide


Vertaal: Het dak van de school
A
The roof of the school
B
The roof from the school
C
The school's roof
D
The schools' roof

Slide 9 - Quizvraag


Vertaal: de deur van de auto
A
The door from the car
B
The car's door
C
The door of the car
D
The car of the door

Slide 10 - Quizvraag


Vertaal: De hoek van de straat
A
The street's corner
B
The corner of the street
C
The corner from the street
D
The street of the corner

Slide 11 - Quizvraag


Vertaal: Het dak van de school

Slide 12 - Open vraag


Vertaal: De deur van de auto

Slide 13 - Open vraag


Vertaal: De hoek van de straat

Slide 14 - Open vraag

Much and many
What do these words mean?

Slide 15 - Tekstslide

Much and many
What do these words mean?
Much + many betekenen beide 'veel'
Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.
Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 16 - Tekstslide

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 18 - Quizvraag

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 19 - Quizvraag

Much:

Woorden die je niet kan tellen (er kan geen 1, 2, 3 voor)

I don't have much knowledge about cars. 

I had so much fun yesterday!
Many:

Woorden die je kan tellen (er kan wel 1, 2, 3 voor)

Many teenagers like the game Fortnite

I don't know how many episodes I watched.

Slide 20 - Tekstslide

Translate:
Veel koeien (use much/many)

Slide 21 - Open vraag

Translate:
Veel zelfvertrouwen (use much/many)

Slide 22 - Open vraag

Translate:
Veel geld (use much/many)

Slide 23 - Open vraag

Translate:
Veel bloemen (use much/many)

Slide 24 - Open vraag

Telbare woorden krijgen 'many'
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 25 - Tekstslide

Telbare woorden krijgen 'many'
Alle woorden die je kan tellen krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home
There are many people in the world

Slide 26 - Tekstslide

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 27 - Quizvraag

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 28 - Quizvraag

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 29 - Quizvraag

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 30 - Quizvraag

I can use the possessive 'of'
(ik kan bezit met 'of' gebruiken)
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

I know the difference between much & many
(ik ken het verschil tussen much & many)
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

I can use much & many in simple sentences
Ik kan much & many in simpele zinnen gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik wil hier graag een extra instructie over
Ja
Nee

Slide 34 - Poll

Homework
Unit 5: exercise: 32 till 41
43, 44, 45, 46

Slide 35 - Tekstslide