In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
2.5: urbanisatie in Nederland
Pak je boek en leg je laptop op tafel!
Slide 1 - Tekstslide
Planning
vorige les
doelen 2.5
informatie
aan de slag met het PO
schoen zetten
Slide 2 - Tekstslide
Vorige les
stadsplanning
Slide 3 - Tekstslide
Wat heb je nodig bij de inrichting van een stad?
Slide 4 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
- weet je hoe de verstedelijking in Nederland is verlopen.
- kun je uitleggen waar de belangrijkste steden in Nederland liggen. - begrijp je het verband tussen het landelijk en stedelijk gebied in Nederland.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Van stad naar agglomeratie
Vanaf de 19e eeuw is er een grote trek naar steden voor werk (verstedelijking: verhuizen van het platteland naar de stad).
Na 1900 werden steden steeds groter en groeiden over hun stadsgrenzen heen, ze slokte omliggende dorpen op. Hierdoor ontstaat er een agglomeratie (= aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan een gemeente uitstrekt).
De steden krijgen ook allemaal een eigen functie.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Functies vier grote steden Randstad
Slide 9 - Tekstslide
Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:
Verstedelijking
Suburbanisatie
Vervlechting
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaken verstedelijking na 1880:
Opkomst van de industrie in de steden (werk).
Mechanisering landbouw (minder werk op platteland.
Gevolg hoog verstedelijkings-
tempo:
Woondichtheid in stad neemt toe.
Stad slokt omringende platteland op > agglomeratie
Slide 11 - Tekstslide
De vorming van stadsgewesten en stedelijke gebieden wordt sterk gestuurd door het proces van suburbanisatie.
Oorzaken suburbanisatie:
Slide 12 - Tekstslide
Steden "netwerken" met elkaar in het stedelijk gebied. Ze wisselen allerlei activiteiten uit.
Daarom: past netwerkstad bij stedelijk gebied.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Stedelijke gebieden:
Slide 15 - Tekstslide
Verzorgingsgebied: gebied dat door 1 plaats wordt voorzien van goederen en diensten.
Slide 16 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les...
- weet je hoe de verstedelijking in Nederland is verlopen.
- kun je uitleggen waar de belangrijkste steden in Nederland liggen. - begrijp je het verband tussen het landelijk en stedelijk gebied in Nederland.
Slide 17 - Tekstslide
Welke stad zie je op de afbeelding?
A
Amsterdam
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Den Haag
Slide 18 - Quizvraag
Welke vier steden vormen samen de Randstad?
Slide 19 - Open vraag
Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
de hoofdstad met veel belangrijke diensten en veel toerisme
de stad waar de regering zit
een internationale haven- en industriestad
dat midden in het land ligt en daardoor veel vergadercentra heeft
Slide 20 - Sleepvraag
Rond 1900 trokken veel mensen van het platteland naar de stad? Hoe noemen we dit proces?
timer
1:00
Slide 21 - Open vraag
Rond 1960 trokken mensen juist weer weg uit de steden; ze verdienden meer, in de stad was het druk, er was weinig groen en soms ook onveilig. Hoe heet dit proces?