In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
Filmopdracht
Slide 1 - Tekstslide
Komende lessen leer je...
te benoemen wat het karakter is van een personage en hoe het personage eruit ziet
tijd en ruimte te benoemen
jouw mening te geven over een film.
Slide 2 - Tekstslide
Moeilijke woorden
Karakter = Als we het over “karakter” hebben, bedoelen we een verzameling van eigenschappen die je over een langere periode laat zien, bijvoorbeeld opvliegend of verlegen.
Chronologisch = volgorde van gebeurtenissen
Slide 3 - Tekstslide
Personages
Hoofdpersoon: belangrijkste persoon in het verhaal. Je ziet/leest wat hij denkt, voelt of wil. Ontwikkelt zich. Gaat bijvoorbeeld van dief naar lief persoon van een bang persoon naar een durfal
Bijfiguur: kleine rol. Je ziet niks van wat hij wil denkt, voelt of wil. Ontwikkelt zich niet. Toiletjuffrouw blijft toiletjuffrouw.
Slide 4 - Tekstslide
We kijken een stukje film.
Let goed op de personages!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Wie is de hoofdpersoon of zijn de hoofdpersonen in dit fragment?
A
De vrouw in de rode jurk
B
De burgemeester
C
De bejaarde mensen
D
De vrouw in de rode jurk en de burgemeester
Slide 7 - Quizvraag
Hoe weet je dat?
Slide 8 - Open vraag
Hoe zou je de vrouw in de rode jurk omschrijven aan iemand die het fragment niet heeft gezien?
Slide 9 - Open vraag
Wie zijn de bijfiguren?
A
De vrouw in de rode jurk
B
De burgemeester
C
De bejaarde mensen
D
Niemand
Slide 10 - Quizvraag
Hoe weet je dat?
Slide 11 - Open vraag
Tijd in verhalen
De tijd waarin het verhaal zich afspeelt noemen we: tijd.
Soms wordt het specifiek benoemd in de film wat de tijd is.
Soms kun je het 'raden' door goed te kijken naar wat mensen bijvoorbeeld dragen voor kleding of wat voor spullen ze hebben.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Slide 14 - Open vraag
Hoe weet je dat?
Slide 15 - Open vraag
Ruimte
Plaats waar de gebeurtenis zich afspeelt
Ruimte draagt bij aan het verhaal.
Donkere en benauwde ruimte? -> spannend verhaal
Veel licht en kleur -> vrolijk verhaal
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
In welke ruimte(s) speelt dit stuk van de film zich af?
Slide 18 - Open vraag
Het grootste gedeelte van de scene is in het donker. Waarom zou dat zijn?