5vwo 8.1-8.2 formatieve toets

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Lesplan

1. herhalen van H8.1 - 8.3 in vorm van formatieve quiz

2. beginnen met 8.4 'pH-berekeningen'

Formatieve quiz

Zuren

8.1 - 8.2 - 8.3

8.1

Een oplossing met een pH van 13 is ..

1. Zuur
2. Neutraal
3. Basisch

Een oplossing met een pH van 13 wordt verdund met water. De nieuwe pH waarde:

1. is lager dan 7
2. ligt tussen 7 en 13
3. is hoger dan 13
4. blijft 13

Noor heeft een oplossing van het zuur waterstofchloride in water. De pH van deze oplossing is ongeveer 2,0.

Wat is de kleur van de indicator dimethylgeel als ze deze aan de oplossing toevoegt? Gebruik je Binas

1. 'mn Binas ligt thuis'
2. Geel
3. Groen
4. Rood

8.2

Sterke zuren

ioniseren volledig

Zwakke zuren

ioniseren gedeeltelijk

Een zuur kan een H+ ion afstaan,

er blijft een zuurrest ion over

Een sterk zuur ioniseert volledig

Een zwak zuur ioniseert gedeeltelijk

Geeft een zuur een H+ ion af aan water, dan ontstaat het oxoniumion

H₃O⁺

In bekerglas 1 zit 50 mL van een 0,10M oplossing van het zuur HA. In bekerglas 2 zit 50 mL van een 0,10M oplossing van het zuur HB.
In bekerglas 1 is de stroomgeleiding veel hoger dan in bekerglas 2.

1. HA is het sterke zuur
2. HB is het sterke zuur

Geef de reactie weer die plaatsvind tussen het sterke zuur HCl en water. (kies en sleep de onderdelen)

H₂O

+

+

HCl (g)

HCl (aq)

Cl^- (aq)

Cl^- (l)

H₃O⁺(aq)

H⁺(aq)

HCl (l)

Geef de reactie weer die plaatsvind nadat het zwakke zuur HF oplost in water. (kies en sleep de onderdelen)

H₂O

+

+

HF (g)

HF (aq)

F^- (aq)

F^- (l)

H₃O⁺(aq)

H⁺(aq)

HF (s)

HF (aq)

Een zwak zuur lost altijd slechter op in water dan een sterk zuur

1. Waar
2. Niet waar

8.3

Wat is de naam
van dit zuur

Tekst

Sleep de Molecuulformules naar de juiste namen

waterstofchloride (zoutzuur)

salpterzuur

zwavelzuur

zwaveligzuur

waterstofjodide

HCl

HNO₃

H₂SO₄

SO₂

+ H₂O

HI

Je maakt oplossingen door 1,0 mol van de volgende zuren op in 1,0 L water.

Sorteer de oplossingen

Meest zure oplossing

Minst zure oplossing

waterstoffluoride

zwavelzuur

salpeterzuur

citroenzuur

8.4 pH-berekeningen

We gaan leren hoe we:

1) met de [H₃O⁺] de pH kunnen berekenen

2) de [H3O+] kunnen berekenen met een gegeven pH

pH = -log[H₃O⁺]

[H₃O⁺] = 10^-pH

de pH schaal relateerd aan de H3O+ concentratie in stapen van 10. Het is een logaritmische schaal

pH = -log[H₃O⁺]

[H₃O⁺] = 10^-pH

significante cijfers in [H3O+] gelijk aan aantal decimalen in pH

[H₃O⁺] is 2.4*10^-2 mol/L

> bereken de pH

een oplossing heeft pH van 3.20

> bereken de [H3O+]

rekenvoorbeeld 1 (a 1.62 ; 6.3*10^-4)

rekenvoorbeeld 2

pH = -log[H₃O⁺]

[H₃O⁺] = 10^-pH

significante cijfers in [H3O+] gelijk aan aantal decimalen in pH

1.2*10^-2 M salpeterzuur opl.

rekenvoorbeeld 1

rekenvoorbeeld 2

pH = -log[H₃O⁺]

[H₃O⁺] = 10^-pH

significante cijfers in [H3O+] gelijk aan aantal decimalen in pH

K​z​​=​[HF]​​[H​3​​O​+​​]⋅[F​−​​]​​

2.5 M waterstoffluoride opl.

zwak zuur splits onvolledig, dus we moeten berekenen, hoeveel splits er? hoeveel van het zwakke zuur blijft over in oplossing.

opgaven

27-29

nu zelf aan de slag

verdiepende opgaven

(neem vb 3 door)

opgaven 30-31