De vlokken van bacteriën in waterzuiveringsinstallaties zijn biofilms.
Een langzamere groei van de bacteriën leidt tot korrels in plaats van vlokken.
Deze korrels zakken veel sneller dan vlokken. Het slib bezinkt hierdoor sneller in het water, dit kan dan met minder en kleinere na-bezinktanks.
Slide 9 - Tekstslide
Biofilm in waterzuivering
Met korrels (onder) zijn
minder grote
na-bezinktanks nodig dan
met vlokken (boven).
(bron: NEMO kennislink)
Slide 10 - Tekstslide
Biofilm in waterzuivering
reclamefilmpje voor
waterzuivering met
korrelslib
Slide 11 - Tekstslide
Wat weet je over schimmels?
6 vragen
Slide 12 - Tekstslide
Schimmels zijn autotroof
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
De celwand van schimmels bestaat uit?
A
Mucopeptide
B
Cellulose
C
Chitine
D
Peptidoglycaan
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noemen we chemische bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen die gebruikt worden om ziekten bij planten, dieren en de mens, veroorzaakt door schimmels, te bestrijden?
A
Antibiotica
B
Oömyceten
C
Fungiciden
D
Carcinogene stof
Slide 15 - Quizvraag
Een aparte groep schimmels onderscheidt zich doordat ze uit 1 cel bestaan. Hoe noemen we deze groep?
A
Algen
B
Gisten
C
Archaea
D
Protozoën
Slide 16 - Quizvraag
Schimmels groeien waar de omstandigheden voor bacteriën minder geschikt zijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Zeker 80% van de planten gaat met schimmels een symbiose aan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Uitleg schimmels
Verschil tussen bacterie
en schimmel
Verschil tussen plant en schimmel -> bladgroenkorrels
Heterotroof
Gisten -> eencellig, glad
Slide 19 - Tekstslide
Onder de microscoop
Op plaat
Slide 20 - Tekstslide
De meeste schimmels bestaan uit draden (filamenten of hyfen). Hoe noemen we het geheel van hyfen?
Zelfs zonder zichtbare beschimmeling kan een schimmel al misselijkheid en braken, maar ook veel ernstigere symptomen veroorzaken. Welke stoffen veroorzaken dit?
A
Mycorrhiza
B
Mycotoxinen
C
Mycelium
D
Fungiciden
Slide 25 - Quizvraag
Schimmels
Schadelijke schimmels
Groeien minder snel dan bacteriën
Groeien waar het bacteriën niet lukt-> droog, zoet of zuur bijv.
Mycotoxinen -> voedselvergiftiging
Planten -> 'zwarte roestschimmel’,
Mensen -> Aspergillus fumigatus, longziekte
Slide 26 - Tekstslide
Zwarte roest
Slide 27 - Tekstslide
Uitleg symbiose
Symbiose = langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Het effect op de gastheer kan verschillend zijn:
Gastheer
Gast
Mutualisme
voordeel
voordeel
Commensalisme
-
voordeel
Parasitisme
nadeel
voordeel
Slide 28 - Tekstslide
Korstmossen zijn mossen die groeien op plekken waar je geen leven verwacht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Uitleg symbiose
Korstmossen (lichenen)
Te vinden op stenen, muren, bomen etc.
Combinatie groene alg en schimmel -> mutualisme
Gevoelig voor luchtverontreiniging -> indicator
Slide 30 - Tekstslide
Hoe noemen we een symbiose tussen schimmels en plantenwortels?
A
Commensalisme
B
Mycorrhiza
C
Parasitisme
D
Mycelium
Slide 31 - Quizvraag
Uitleg symbiose
Mycorrhiza
Micorhiza vind je in de bodem
Schimmeldraden die het wortelstelsel van bomen en planten uitbreiden
'myco' van schimmel en 'rrhiza' van wortel
Plant groeit beter met dan zonder schimmel (mutualisme)
Slide 32 - Tekstslide
Uitleg symbiose
Twee typen mycorrhiza
Endotrofe mycorrhiza: schimmeldraden dringen in de cellen van de plantenwortel, bijv. bij orchideeën.
Ectotrofe mycorrhiza: schimmeldraden dringen in de intercellulaire ruimten, bijv. truffel of vliegenzwam.