Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar for writing
Grammar tips for writing
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammar tips for writing
Slide 1 - Tekstslide
Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' ->
A university
- ''o'' klinkt als ''w'' ->
A one-room apartment
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
- een stomme ''h'' ->
an hour
-
een afkorting ->
an NBC reporter
Slide 2 - Tekstslide
..... snake
A
A
B
An
Slide 3 - Quizvraag
... unicorn
A
A
B
An
Slide 4 - Quizvraag
... interesting idea
A
A
B
An
Slide 5 - Quizvraag
...hour
A
A
B
An
Slide 6 - Quizvraag
Woordvolgorde + bijwoorden van frequentie
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
Keith
watches
television
in his room
at bedtime.
Wie
-
doet
-
wat
-
waar
- wanneer.
Slide 12 - Tekstslide
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 13 - Sleepvraag
Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight
Slide 14 - Sleepvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?
Slide 15 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.
Slide 16 - Quizvraag
Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend
Slide 17 - Quizvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.
Slide 18 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
my sister got Last yearmarried.
C
My sister last year got married.
Slide 19 - Quizvraag
Bijwoorden van Frequentie
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Waar staan deze woorden in een zin?
Slide 22 - Tekstslide
De bijwoorden van frequentie
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never)
staan
voor
het werkwoord.
Behalve .............
Slide 23 - Tekstslide
Bij het werkwoord :
to be
Am/ are/ is
zetten
we het bijwoord
achter
het werkwoord
He
is
never
late
She
was
always
happy
Slide 24 - Tekstslide
Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.
Slide 25 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
Have ever you read a novel by J.R.R. Tolkien?
B
Have you read ever a novel by J.R.R. Tolkien?
C
Have you read a novel by J.R.R. Tolkien ever?
D
Have you ever read a novel by J.R.R. Tolkien?
Slide 26 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
Who gives never a straight answer?
B
Who gives a straight answer never?
C
Who never gives a straight answer?
D
Who gives a straight never answer?
Slide 27 - Quizvraag
Correct word order:
summer / we / here / are / in / usually
A
Usually we are here in summer.
B
We usually are here in summer.
C
We are usually in summer here.
D
We are usually here in summer.
Slide 28 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.
Slide 29 - Quizvraag
always / at nine o'clock / out of the garage / in the morning / drives / his car / he
Slide 30 - Open vraag
he / to town / after breakfast / often / Mrs Hodges / takes
Slide 31 - Open vraag
a parking place / near the shops / they / find / rarely
Slide 32 - Open vraag
sometimes / in a garage / Mr Hodges / his car / parks
Slide 33 - Open vraag
often / have / at about three o'clock / a cup of tea / they / at the hotel / in the afternoon
Slide 34 - Open vraag
meet / at the sports ground / they / after dinner / always / their friends
Slide 35 - Open vraag
hardly / last year / could / ski / he
Slide 36 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
woordvolgorde
Juni 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1,2
1KGT woordvolgorde
Maart 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1,2
Word order
Januari 2023
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
Word order h1
November 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
AR 1TH U5: Word Order - Place & Time
Januari 2024
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
woordvolgorde
December 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3,4
woordvolgorde (herhalen)
Februari 2024
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3,4
BK2 Word order
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3