Les 1 Paragraaf 4.1 Getallen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 Getallen
  • Je kunt van een getal zeggen welke waarde elk cijfer heeft.
  • Je kunt decimale getallen op volgorde zetten. 
  • Je weet wat veelvouden zijn. 
  • Je weet wat delers zijn. 
  • Je kunt even en oneven getallen herkennen.  

Slide 5 - Tekstslide

Theorie A Waarde cijfers

Slide 6 - Tekstslide

Cijfers en getallen
10 cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,  8,  9
Hiermee maak je getallen. 
  • Bijvoorbeeld het getal 31, 98

  • Het getal 38 bestaat uit de cijfers 3 en 8
  • Het getal 31,98 bestaat uit de cijfers 1, 3, 8 en 9
  • Het getal 9 bestaat uit één cijfer namelijk 9

Slide 7 - Tekstslide

De waarde van elk cijfer
In het getal 17,285 heeft elk cijfer een ander waarde. De plaats waar de cijfer staat bepaald de waarde.

  • Zo is de waarde van 1 in 17,285 een tiental, en de waarde van 7 is een eenheid. Dus hier zijn het 7 eenheden.

Slide 8 - Tekstslide

Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
  • Het cijfer 3 betekent 3 duizendtallen (dus 3000)
  • Het cijfer 9 betekent 9 honderdtallen (dus 900)
  • Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
  • Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
  • Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
  • Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de waarde van het getal 4 in het cijfer 34128?

Slide 10 - Open vraag

Theorie B Decimale getallen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking opgave 9

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken!

Slide 14 - Tekstslide