3.7 Berichten voor docenten

• Nederlands
• ISK

3.7 Berichten voor docenten

Je moet naar school,

maar bent ziek. Wat doe je?

Je moet naar school,
maar bent ziek. Wat doe je?

Je bent op je werk en iemand belt.

Hij wil je collega spreken,

maar die is er niet. Wat doe je?

Je bent op je werk en iemand belt.
Hij wil je collega spreken,
maar die is er niet. Wat doe je?

leren.kleurrijker.nl

Lees de tekst op bladzijde 113

Zet een streep onder woorden die je niet begrijpt.

Woorden

• regelt (regelen)
• Wil jij iets voor mij regelen? = Wil jij iets voor mij doen?
• neemt ... op (opnemen)
• Hij neemt de telefoon op.
• gaat ... weg (weggaan)
• Mevrouw Mariëlle gaat donderdag weg.
• lesgeven
• Wil je haar klas van 11:05 tot 12:35 uur lesgeven?

Woorden

• het hoofdstuk
• We lezen vandaag hoofdstuk 3 van het boek.
• melden
• Zij heeft gebeld om te melden ... = Zij heeft gebeld om door te geven dat 
• misselijk
• Ik voel me misselijk. Ik moet overgeven.
• gebroken (breken)
• Lili heeft haar been gebroken. Ze moet naar het ziekenhuis.

Woorden

• geopereerd zijn/worden
• Ze heeft haar been gebroken. Ze moet geopereerd worden.
• verwacht (verwachten)
• Ik kan nu nog niet naar school, maar ik verwacht er morgen te zijn. 
• zodat
• Misschien moet je meer oefenen, zodat het lezen makkelijker gaat.
• terugbellen
• Mijn collega is er nu niet, mag ze je morgen terugbellen?

Woorden

• verloren (verliezen)
• Niemand bewegen! Ik ben mijn lenzen verloren!
• het merk
• Waarom is jouw tas zo duur? Het is van een heel duur merk.
• het hart, het hartje
• Is hij nu alweer verliefd? Hij tekent overal een hartje.

Wanneer heeft Soraya deze berichten geschreven?

1. Gisteren.
2. Op 16 en 17 april.
3. Op 16 en 17 maart.
4. Dat weet niemand.

Waarom kan Chris op donderdag niet naar de les komen?

1. Omdat hij morgen eerder weg gaat.
2. Omdat ze namelijk erg misselijk is.
3. Omdat zijn opa is overleden.
4. Omdat hij zijn sleutel kwijt is.

Waarom is Lily geopereerd?
Schrijf je antwoord in een zin.

Wie wil iets belangrijks bespreken?

1. Alvaro Retana
2. Lisa de Jager
3. Hilde Verwoerd
4. Mevrouw Ilse

Waarom heeft Hilde Verwoerd gebeld?

Voor wie zijn er 2 berichten?

1. Sjaak van Woudenberg
2. Frederik ter Maten
3. Monique Geurtsen
4. Patricia de Waal

Wat weet je over de
fietssleutel van Lisa?
Noem 2 dingen.

Zijn alle woorden nu duidelijk?

Ja, allemaal

bijna allemaal

ongeveer de helft

helemaal nog niet

Maak opdracht:

61 + 62 -> zelf

63 -> met de docent of computer

64 t/m 67 -> zelf

68 -> met de docent of computer

69 -> op donderdag met Meneer Arno