§3.1 Kijken

Kijken 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kijken 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- Kun je het verschil benoemen tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening.
- kun je uitleggen wat een lengtedoorsnede is.
- kun je uitleggen wat een dwarsdoorsnede is.
- kun je de tekenregels toepassen in een tekening. 





Slide 2 - Tekstslide

Waarom is 'kijken' bij biologie zo belangrijk, denk je?

Slide 3 - Woordweb

Bedenk 1 manier waardoor je ECHT goed kijkt naar iets.

Slide 4 - Woordweb

kijken
Bij biologie is het belangrijk dat we goed leren kijken. Als je een organisme natekent dan zie je alles pas écht goed. Dit kan op verschillende manieren:

1. Met het blote oog
2. Met een loep
3. Met een microscoop

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een natuurgetrouwe tekening, denk je?

Slide 6 - Open vraag

Natuurgetrouwe tekening
Je tekent iets precies na. 
De tekening is vaak in kleur.
Tekenen kost meer tijd. 
Je tekent alle details. 

een detail = een klein deeltje van iets groots

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een schematische tekening, denk je?

Slide 8 - Open vraag

Schematische tekening
- Je tekent alleen de belangrijkste kenmerken. 
- De tekening is vaak zwart/wit.
- Het is vaak een eenvoudige tekening die toch duidelijk is. 

Slide 9 - Tekstslide

Buitenaanzicht
Een buitenaanzicht is de buitenkant van een organisme. 

Slide 10 - Tekstslide

Lengtedoorsnede
Als je een lengtedoorsnede maakt, zie je een stuk van de binnenkant. Je snijdt het organisme dan in de lengte door.


Slide 11 - Tekstslide

dwarsdoorsnede
Als je een dwarsdoorsnede maakt, zie je de binnenkant ook. Je snijdt het organisme dan in de breedte door.

Slide 12 - Tekstslide

Tekenregels
Het is belangrijk dat je de tekenregels kent.
Als je een tekening voor biologie moet maken, moet je je altijd aan de tekenregels houden.
Als je dat doet, krijg je goede tekeningen die aan de eisen voldoen. 

Slide 13 - Tekstslide

Tekenregels 
1. Gebruik altijd potlood en kleurtjes.    Géén stiften. 
2. Gum uit wat mislukt is. 
3. Maak grote tekeningen. 
4. Teken eerst de dunne lijnen (die zijn gemakkelijk uit te gummen). 
5. teken daarna dikkere lijnen.
6. Schrijf op wat voor soort tekening het is. (Natuurgetrouw of schematisch) 

7. als je iets natekent met een microscoop of loep, zet dan de vergroting erbij (bv 10x vergroot)
8. Schrijf altijd namen bij de delen die je weet/kent
9. Trek vanaf die delen een lijntje met een liniaal en schrijf het woord erbij. 
10. Werk netjes! 

Slide 14 - Tekstslide

schematische tekening van appelbloesem
voorbeeld van een schematische tekening

Slide 15 - Tekstslide

bij een natuurgetrouwe tekening
A
zie je alleen de belangrijkste delen
B
zie je alle details

Slide 16 - Quizvraag

Is deze tekening schematisch of natuurgetrouw?
A
Natuurgetrouw
B
Schematisch

Slide 17 - Quizvraag


A
Deze tekening is schematisch en een lengtedoorsnede
B
Deze tekening is natuurgetrouw en een lengtedoorsnede
C
Deze tekening is natuurgetrouw en een buitenaanzicht
D
Deze tekening is schematisch en een buitenaanzicht

Slide 18 - Quizvraag


A
Buitenaanzicht
B
Lengtedoorsnede
C
Dwarsdoorsnede

Slide 19 - Quizvraag

Welke 2 type tekeningen zie je?
A
buitenaanzicht en dwarsdoorsnede
B
dwarsdoorsnede en lengtedoorsnede
C
buitenaanzicht en lengtedoorsnede

Slide 20 - Quizvraag

Koen snijdt ronde plakjes van een komkommer. Wat voor een doorsnede is dit?
A
Lengtedoorsnede
B
Lange doorsnede
C
Zijkantdoorsnede
D
Dwarsdoorsnede

Slide 21 - Quizvraag