Week 5: Persoonlijk Profileren (Wat wil ik)

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag
Je weet hoe je de opdrachten kunt aanleveren via ESS
Je weet wat passie en drijfveren zijn
Je weet wat jou gelukkig maakt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda
ESS aanleveren opdrachten
Herhaling normen en waarden
Passie en drijfveren
Geluk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
*Inleiding: welkom 
-Doel, planning, materiaal, opbouw vak
-Succescriteria en toetsing

*Kern:
-Wat hoort bij BEROEPSHOUDING?

*Afronding
-Huiswerk
KERN: Keuzedeel Persoonlijk Profileren

  • Duur: 2 periodes.

  • Doel: 
-Zicht op individuele ontwikkeling, talenten en drijfveren. 
-Kwaliteiten beter en bewuster kunnen inzetten. 
-Kunnen delen en overtuigen van ideeen.
-Met kennis en kunde kunnen bijdragen aan de maatschappij.

  • Inhoud: 3 werkprocessen
1) D1-K1-W1: Onderzoekt zichzelf.
2)D1-K1-W2: Verkent de ontwikkelingen in de wereld waar hij deel van uitmaakt en 
                       zoekt daarin zijn mogelijkheden.
3)D1-K1-W3: Levert een bijdrage aan de wereld en zijn directe leefomgeving.













Slide 4 - Tekstslide

Wie ben ik? Wat maakt mij anders dan anderen en daarmee uniek?
Het is best moeilijk om hier een antwoord op te geven, maar het is belangrijk om te weten. Als je deze vraag voor jezelf beantwoordt, kun je laten zien wat je leuk vindt, wat voor jou belangrijk is en waar je goed in bent: je passies en talenten. De opdrachten helpen je om een beter beeld van jezelf te krijgen.
Personal BrandKey

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten Kerntaak 1:
1. Wie ben ik? En waarom ben ik zoals ik ben?
2. Wat is mijn persoonlijkheid en welke waarden vind ik belangrijk? 
3. Wat wil ik? Wat zijn mijn passies, talenten, dromen en verlangens?
4. Wat heb ik te bieden? Waar ligt mijn kracht en hoe kan ik deze optimaal benutten?
5. Wat is mijn kern? En wat maakt mij uniek ten opzichte van anderen?
6. Pitchen en verwerken van feedback

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten week 2 & 3
Week 2
1. Story of my life
2. Wie ben ik?

Week 3
1. Opdracht Big Five Persoonlijkheidstheorie
2. Kwaliteitenspel
3. Opdracht kernkwaliteit

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten week 4
Week 4
1. STARR methode
2. Normen en waarden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden in Conflict" (15-20 minuten)


Vrijheid vs. veiligheid: Moeten mensen altijd volledige vrijheid van meningsuiting hebben, ook als dit voor anderen kwetsend is?

Slide 9 - Tekstslide

Breng de hele groep samen en bespreek wat er gebeurt als normen en waarden botsen. Je kunt enkele casussen presenteren waarin conflicten ontstaan door verschillende waarden. Laat de studenten hierover nadenken en debatteren:
Waarden in Conflict" (15-20 minuten)

Eerlijkheid vs. vriendelijkheid: Is het altijd goed om de waarheid te zeggen, zelfs als dat iemand kan kwetsen?

Slide 10 - Tekstslide

Breng de hele groep samen en bespreek wat er gebeurt als normen en waarden botsen. Je kunt enkele casussen presenteren waarin conflicten ontstaan door verschillende waarden. Laat de studenten hierover nadenken en debatteren:
Waarden in Conflict" (15-20 minuten)


Rechtvaardigheid vs. medeleven: Moet iedereen altijd volgens de regels behandeld worden, of is het soms goed om medelijden te tonen en regels te buigen?

Slide 11 - Tekstslide

Breng de hele groep samen en bespreek wat er gebeurt als normen en waarden botsen. Je kunt enkele casussen presenteren waarin conflicten ontstaan door verschillende waarden. Laat de studenten hierover nadenken en debatteren:
Drijfveren en passie
Heeft iemand je wel eens gevraagd: ‘Wat is je passie? Wat zijn je drijfveren?’ En, kon jij er antwoord op geven? Weet je wat ze bedoelden?’

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passie
Passie is een intense, emotionele toewijding of enthousiasme voor iets. Het gaat om een diep verlangen of sterke liefde voor een activiteit, persoon, idee of doel.

Emotioneel: Passie is sterk verbonden met gevoelens van vreugde, opwinding en voldoening.
Langdurig: Passie is vaak diepgeworteld en kan mensen lange tijd motiveren.
Zelfgekozen: Het komt voort uit persoonlijke voorkeur en innerlijke vreugde. Mensen voelen zich vaak "aangetrokken" tot iets waar ze gepassioneerd over zijn.

Voorbeeld: Een schilder die zich urenlang verliest in zijn werk omdat hij ervan houdt, niet omdat hij een beloning verwacht.

Slide 13 - Tekstslide

Emotionele betrokkenheid: Passie gaat vaak gepaard met sterke positieve gevoelens, zoals opwinding, enthousiasme en vreugde.
Motivatie en doorzettingsvermogen: Mensen die gepassioneerd zijn over iets, zijn vaak bereid om hard te werken en obstakels te overwinnen om hun doelen te bereiken.



Zin en vervulling: Passie geeft betekenis aan wat je doet. Het gevoel dat je bezig bent met iets wat echt belangrijk voor je is, kan zorgen voor een diep gevoel van voldoening.
Focus en toewijding: Als je gepassioneerd bent, kun je je volledig focussen op wat je doet en er veel tijd en energie aan besteden, zonder dat het als een opoffering voelt
Passie
Persoonlijke passie: Dit kan gaan over hobby’s, interesses of persoonlijke doelen, zoals kunst, sport, muziek, reizen of vrijwilligerswerk.

Professionele passie: Dit gaat over je werk of carrière. Mensen die gepassioneerd zijn over hun werk, ervaren vaak een diepe voldoening in wat ze doen en zijn gemotiveerd om zichzelf voortdurend te verbeteren.

Slide 14 - Tekstslide

Emotionele betrokkenheid: Passie gaat vaak gepaard met sterke positieve gevoelens, zoals opwinding, enthousiasme en vreugde.
Motivatie en doorzettingsvermogen: Mensen die gepassioneerd zijn over iets, zijn vaak bereid om hard te werken en obstakels te overwinnen om hun doelen te bereiken.



Zin en vervulling: Passie geeft betekenis aan wat je doet. Het gevoel dat je bezig bent met iets wat echt belangrijk voor je is, kan zorgen voor een diep gevoel van voldoening.
Focus en toewijding: Als je gepassioneerd bent, kun je je volledig focussen op wat je doet en er veel tijd en energie aan besteden, zonder dat het als een opoffering voelt
Drijfveren
Drijfveren zijn de onderliggende redenen of motieven die je acties en gedrag beïnvloeden. Het is wat je motiveert om bepaalde doelen na te streven, vaak gericht op het vervullen van behoeften of het verkrijgen van externe beloningen.

Praktisch of doelgericht: Drijfveren kunnen voortkomen uit zowel interne als externe factoren, zoals behoefte aan veiligheid, erkenning, succes, of persoonlijke groei.
Breder dan passie: Drijfveren zijn vaak meer gericht op het bevredigen van basisbehoeften (bijv. zekerheid, status, verbondenheid) en kunnen variëren in intensiteit.

Voorbeeld: Iemand die extra uren werkt omdat hij een promotie wil, gedreven door de behoefte aan erkenning of financiële zekerheid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegevers
Je passies en je drijfveren zijn je energiegevers. Energiegevers zijn momenten:

  • Waarop je geniet van dingen waar je mee bezig bent;
  • Wanneer er voor je het weet een paar uur voorbij zijn;
  • Waarop je de tijd vergeet;
  • Waarop je bijna niet hoeft na te denken bij wat je doet;
  • Waar je naar uitkijkt;
  • Waarvan je zelf niet zo bijzonder vindt wat je laat zien, maar anderen wijzen je erop dat je het goed kan;
  • Waarbij je na afloop misschien fysiek moe bent, maar mentaal heb je meer energie dan je vooraf had.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energievreters
Omgekeerd zijn er ook energievreters. Energievreters zijn die momenten:

  • Waarop de tijd heel langzaam gaat;
  • Waar je niet naar uitkijkt;
  • Waarop je jezelf heel erg moet concentreren om erbij te kunnen blijven of om een goed resultaat te kunnen neerzetten;
  • Waar je moe van wordt;
  • Met punten die telkens weer terugkeren, jaar na jaar … en steeds benoemd worden als datgene waar je aan zou moeten werken;
  • Waar je tegenop ziet;
  • Die je uitstelt;
  • Waar je over piekert: ze houden je bezig of je ligt er ’s nachts wakker van.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Passie
Benodigdheden: Pen Papier
Actie: Teken een circel en beantwoord daarin onderstaande vragen. Doe dit in stilte
Je krijgt hier 10 min voor

Activiteiten: Welke activiteiten geven je energie en maken je blij, zelfs als je er geen beloning voor zou krijgen?
Inspiratiebronnen: Waar praat je met passie over tegen anderen? Wat inspireert je het meest?
Mooiste herinneringen: Wanneer was je het gelukkigst of het meest vervuld? Wat deed je toen?
Sterke punten: Waar krijg je vaak complimenten over? Waarin ben je van nature goed?
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Passie
Deel je antwoorden met een medestudent.

Je medestudent stelt verdiepende vragen

Verwerk de opdracht in je portfolio
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Wat is geluk voor jou?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Geluk is voor iedereen anders en niet gemakkelijk te omschrijven. Veel mensen denken te weten wat geluk is. Zo hoor je vaak: ‘Wat een geluk!’ als iemand een mazzeltje heeft. Of wanneer iemand lacht of vrolijk kijkt: ‘Wat is ze toch gelukkig!’

In het woordenboek wordt geluk omschreven als: gunstig toeval; gunstige omstandigheid.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Volgens een oude Chinese bron bestaat geluk uit drie dingen:

  • Iemand om van te houden;
  • Iets zinvols te doen hebben;
  • Iets om op te hopen.

Uit Nederlands onderzoek blijkt dat geluk in drie vormen aanwezig is:
  • Plezier - genot: korte duur, materialistisch;
  • Flow-gevoel: alles gaat lekker, ik heb de boel op orde;
  • Voldoening: Ik word gelukkig van wie ik ben, wat ik aan het doen ben. Ik heb verbinding met anderen en ik heb betekenis.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Echt geluk blijkt dus niet te zitten in veel geld hebben of dure dingen kunnen kopen. 
Echt geluk voel je vaak door dankbaar te zijn en kleine dingen te waarderen. Dat wil echter niet zeggen dat dit altijd makkelijk is. Iedereen heeft ruzies, tegenslagen en dingen die niet zo gaan als je zou willen. Maar je gelukkig kunnen voelen zit in jou! En het mooiste: je hebt er invloed op.

Wanneer ben jij gelukkig?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
We zijn in ons leven vaak op zoek naar geluk. Daarbij denken we vaak aan de dingen die ons ongelukkig maken, in plaats van te denken aan wat ons gelukkig maakt. En focussen we op de dingen die er (nog) niet zijn. Maar als je altijd op zoek bent naar iets beters, vergeet je misschien wat je hebt.

Je kunt op dit moment (nu) nooit gelukkig zijn door alleen maar bezig te zijn met iets wat je in de toekomst gelukkiger zou maken. Echt geluk begint bij het accepteren en waarderen wat er nu is. Richt je op dingen die je tevredenstellen en waar je een goed gevoel bij krijgt.
En ben je ontevreden over bepaalde dingen kijk dan of je daar verandering in kunt aanbrengen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluk
Alles draait vaak om je eigen mindset. Dit betekent: hoe denk je over jezelf en wat jij kunt? 
Denk jij vaak negatief of juist positief? Denk jij in mogelijkheden of zie je vooral moeilijkheden?


Het zit zo: als je altijd negatief denkt dan lukken dingen meestal niet. Denk je positief en geloof je in je eigen kracht dan zul je zien dat je succesvoller en gelukkiger zult zijn!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Geluk
Verwerk de volgende vragen in je verslag:
  • Hoe ziet jouw ideale leven eruit?
Denk aan: je gezondheid, je relaties, je vriendschappen, je vrije tijd, je werk, je geld.
  • Wat zou je doen als geld geen rol speelde; als alles mogelijk zou zijn?
  • Wat zou je doen als je wist dat je niet kon falen?
  • Je kunt het ook anders bekijken. Hoe wil je dat je leven er NIET uitziet?

  • Je besluit dat je één ding anders gaat doen. Iets waardoor je een stap dichter bij jouw droomleven komt. Schrijf op wat je anders zou doen.


timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
ESS
Drijfveren en passie
Geluk

Slide 29 - Tekstslide

Breng de hele groep samen en bespreek wat er gebeurt als normen en waarden botsen. Je kunt enkele casussen presenteren waarin conflicten ontstaan door verschillende waarden. Laat de studenten hierover nadenken en debatteren:
Opdrachten week 5
Passie
Geluk

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies