In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bezet Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Hoe werd Nederland bezet?
Wat was de aanleiding tot overgave?
Wat veranderde er in het dagelijks leven tijdens de bezetting?
Hoe reageerden Nederlanders op de Duitse bezetting?
Ik ken de 4 fasen van de bezetting in Nederland. Ik begrijp waarom de fasen veranderen en hoe ze werden vormgegeven.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe werd Nederland bezet?
10 mei 1940 aangevallen, na 5 dagen capitulatie
Aanleiding capitulatie is het bombardement op Rotterdam
Ministers en koningin vluchten naar Londen
Staatsecretarissen blijven zitten en werken door
Seyss-Inquart wordt rijkscommissaris van Nederland
Anton Mussert (NSB)
Slide 3 - Tekstslide
Wat veranderde er in het dagelijkse leven tijdens de bezetting?
4 fasen van de oorlog:
Fase 1: ‘zachte hand’
Fase 2: beperkingen en druk
Fase 3: dwang
Fase 4: bevrijding
Slide 4 - Tekstslide
Fase 1: zachte hand
Nazi’s hopen de Nederlanders als broedervolk te kunnen overtuigen van de Nazi-ideologie. Dagelijks leven gaat grotendeels door.
Nazi’s beheersen de drukpers en informatiekanalen. (propaganda)
Joodse Nederlanders krijgen direct te maken met beperkende maatregelen en een J in het paspoort.
Slide 5 - Tekstslide
Fase 2: beperkingen en druk
(begin 1941 tot 1942 )
De propaganda sloeg niet aan, nazificatie mislukte. Februaristaking (1941)
Tekorten in voedsel
Arbeitseinsatz, vrijwillige aanmelding mannen
Oktober 1941: razzia’s tegen Joden -> concentratiekampen en deportatie naar vernietigingskampen
1942: Jodenster verplicht
Slide 6 - Tekstslide
Fase 3: dwang
Vanaf 1942
Tegenvallende oorlog in het Oosten en weinig vrijwilligers
Arbeitseinsatz verplicht
Groei verzet en stakingen
Relatie tussen Nederland en bezetter verslechterd
Deportaties van Joden
Slide 7 - Tekstslide
Fase 4: bevrijding
Vanaf 1944
Zuid-Nederland bevrijd
Spoorwegstaking
Hongerwinter (15.000)
Razzia’s voor arbeidskrachten
Fussileren van verzetsleden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat is de datum van de Duitse inval in Nederland?
A
10 mei 1940
B
11 mei 1940
C
12 mei 1940
D
14 mei 1940
Slide 10 - Quizvraag
Waarom geeft het Nederlandse leger zich over?
Slide 11 - Open vraag
Wie was de koningin van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Emma
B
Juliana
C
Wilhelmina
D
Beatrix
Slide 12 - Quizvraag
Naar welke stad vluchten de Nederlandse ministers en het koningshuis?
A
Parijs
B
Den Haag
C
Edinburgh
D
Londen
Slide 13 - Quizvraag
Wie wordt de Rijkscommissaris van Nederland? (De hoogste bestuurder)
A
Adolf Hitler
B
Anton Mussert
C
Arthur Seyss-Inquart
D
Albert Speer
Slide 14 - Quizvraag
Tegen welke groep treden de Duitsers het hardst op na de bezetting van Nederland?
Slide 15 - Open vraag
Leg uit welke maatregelen de Duitsers tegen de Joden nemen. Noem tenminste 2 voorbeelden:
Slide 16 - Open vraag
Hoe werden de wijken genoemd waar de Joden moesten wonen?
A
Joodse huizen
B
Joodse buurten
C
Joodse straten
D
Joodse getto's
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heette de Nederlandse politieke partij die aan de kant van de Duitsers stond?
Slide 18 - Open vraag
Hoe worden de Nederlanders genoemd die samenwerkten met de Duitse bezetters?
A
Collaborateurs
B
NSB'ers
C
Landverraders
D
Nederlanders
Slide 19 - Quizvraag
In 1941 is er een grote staking in Amsterdam. Hoe werd deze staking genoemd?
A
De anti-Duitsland staking
B
De Amsterdamse staking
C
De arbeiders staking
D
De februaristaking
Slide 20 - Quizvraag
Leg uit waarom de Amsterdammers in 1941 gaan staken (oorzaak):
Slide 21 - Open vraag
Leg uit hoe de Duitsers reageerden op de februaristaking:
Slide 22 - Open vraag
Het verzet gaat verder door in het geheim. Op welke manieren verzetten de Nederlanders zich tegen de Duitsers? Noem er tenminste 3:
Slide 23 - Open vraag
Hoe heette de radiozender waar de Nederlanders naar luisterden? (anti-Duitse zender)
A
Radio Rood
B
Radio Wit
C
Radio Blauw
D
Radio Oranje
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heette de gevangenis in Scheveningen?
Slide 25 - Open vraag
Leg uit wat er gebeurde in de Amsterdamse Schouwburg:
Slide 26 - Open vraag
Hoe heet het bekendste Joodse concentratiekamp in Nederland?
A
Vught
B
Westerbork
C
Amersfoort
D
Schoorl
Slide 27 - Quizvraag
De mensen gaan onderduiken. Wat gebeurde er als de Duitsers een onderduikplek vonden? Benoem zowel de gevolgen voor de onderduikers als voor degenen waarbij ze onderdoken
Slide 28 - Open vraag
Hoeveel gulden kregen de 'Jodenjagers' voor elke gevonden Jood?
A
7
B
12
C
15
D
20
Slide 29 - Quizvraag
Hoeveel onderduikers worden er verraden?
A
14.000
B
16.000
C
17.000
D
15.000
Slide 30 - Quizvraag
Wat waren de oorzaken voor het ontstaan van de hongerwinter? Noem er 2:
Slide 31 - Open vraag
Wat waren de gevolgen van de hongerwinter? Noem er tenminste 2:
Slide 32 - Open vraag
Hoe komt er een einde aan de hongerwinter?
A
De Duitsers worden verslagen
B
De Amerikanen 'droppen' voedsel
Slide 33 - Quizvraag
Op dinsdag 5 september 1944 trekken veel NSB'ers en Duitsers in paniek naar Duitsland, omdat ze denken dat Nederland bevrijd gaat worden. Hoe wordt deze dag genoemd?
A
Paniekerige dinsdag
B
Dwaze dinsdag
C
Dolle dinsdag
D
Bijltjes dinsdag
Slide 34 - Quizvraag
Leg uit wat er wordt bedoelt met Bijltjesdag:
Slide 35 - Open vraag
Wat gebeurde er na de bevrijding met de vrouwen die waren omgegaan met Duitsers?
A
Ze worden geslagen
B
Ze worden naar Duitsland gestuurd
C
Ze worden gevangengenomen
D
Ze worden kaalgeschoren
Slide 36 - Quizvraag
Hoeveel Nederlandse landverraders worden er ter dood veroordeelt?
A
100
B
150
C
200
D
250
Slide 37 - Quizvraag
Op welke dag geven de Duitsers zich over en is Nederland bevrijd?