Voor een verbindingswoord: let op woorden, zoals: voordat, doordat, terwijl, dus, maar, nadat, omdat, want, zodat, etc. De komma komt ERVOOR!
Ik vind koekjes van de bakker het lekkerst, omdat ze vers zijn.
Bij een naam of uitroep in een zin: Als je schrijft wat er letterlijk wordt gezegd, noteer je komma's bij namen en uitroepen.
'Hé, ga jij ook mee naar de bakker vanmiddag?'
'Koen, hoe was het bij de bakker?'