6.5 - het netvlies


Thema 6 - zintuigen

    6.5 - Het netvlies
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Thema 6 - zintuigen

    6.5 - Het netvlies

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag...
  • Herhaling 6.4 (aan de hand van 8 vragen)
  • Uitleg 6.5
  • Werken aan opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Door de lens wordt het beeld op het netvlies ..... en .....
A
groter en kleiner
B
omgekeerd en groter
C
scherper en omgekeerd
D
omgekeerd en kleiner

Slide 3 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog zorgt er naast de wimpers voor dat er niet te fel licht het oog binnen komt?
A
netvlies
B
pupil
C
iris
D
hoornvlies

Slide 4 - Quizvraag

De pupil wordt ...... bij weinig licht
A
kleiner
B
groter

Slide 5 - Quizvraag

De lens van ons ook in een ....... lens
A
holle
B
bolle
C
platte
D
ronde

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met lichtstralen wanneer ze door de bolle lens gaan?
A
Ze buigen naar elkaar toe
B
Ze buigen van elkaar af
C
Ze blijven netjes rechtdoor gaan
D
Ze worden geabsorbeerd

Slide 7 - Quizvraag

Een lens kan boller of platter worden. Hoe kan een lens boller of platter worden?
A
Door straalsgewijs lopende spiertjes aan te spannen
B
Door de pupil te vergroten/verkleinen
C
Door kringspieren om de lens aan te spannen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je het constant veranderen van de sterkte van de ooglens?
A
scherpstellen
B
samentrekken
C
accommoderen
D
zoomen

Slide 9 - Quizvraag

Kringspier ontspannen
Kringspier aangespannen
Lensbandjes strak gespannen
Lensbandjes slap
Licht stralen buigen sterk naar elkaar toe
Lichtstralen buigen minder sterk naar elkaar toe
Je ziet in de verte scherp
Je ziet dichtbij scherp
Platte ooglens
Bolle ooglens

Slide 10 - Sleepvraag

Het netvlies
  • Overdag zien we kleur / 's avonds alleen zwart/wit.

Slide 11 - Tekstslide

Kegeltjes en staafjes
  • Kegeltjes werken als er veel licht is. 
    - je ziet kleuren (rood, groen of blauw licht)
    - je ziet details
    - meeste liggen in gele vlek
  • Staafjes werken ook goed bij weinig licht
   - je ziet voorwerpen in schemering
   - je ziet contrasten (grijs en zwart-wit)
   - je ziet geen details
   - staafjes liggen over gehele netvlies 

Slide 12 - Tekstslide

Kleurenblind
Bij iemand die kleurenblind is werken bepaalde kegeltjes niet goed. 
  • Meest voorkomende vorm is roodgroenkleurenblindheid.

Slide 13 - Tekstslide

Zenuwcellen
De laag zenuwcellen ligt tegen het glasachtig lichaam aan. 
  • geleiden impulsen vanaf staafjes/kegeltjes naar de hersenen. 
  • Uitlopers verlaten oog via de oogzenuw. 
    - op deze plek liggen geen zintuigcellen
         --> blinde vlek

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdracht 26 t/m 28 en 31

Vorige les: opdracht 12 t/m 17

Planning:
  • vrijdag 18-2: 6.6 (laatste paragraaf)
  • Maandag 21-2: herhaling/oefenen
  • vrijdag 25-2: toets!

Slide 15 - Tekstslide