Coniunctivus & Optativus

Coniunctivus in het Grieks

Je leert:
-Hoe je de con makkelijk herkent.
- Hoe je de con vertaalt in de hoofdzin.
- Hoe je de con vertaalt in de bijzin.
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Coniunctivus in het Grieks

Je leert:
-Hoe je de con makkelijk herkent.
- Hoe je de con vertaalt in de hoofdzin.
- Hoe je de con vertaalt in de bijzin.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al? 

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerk con: 
VERLENGD BINDVOCAAL!

ω, ῃς, ῃ, ωμεν, ητε, ωσιν
ωμαι, ῃ (=*ησαι), ηται, ωμεθα, ησθε, ωνται

Slide 3 - Tekstslide

Heeft de conjunctivus een augment?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 4 - Quizvraag

coniunctivus



Onthoud:
de vorm heeft géén augment 
er vindt verlenging plaats

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdzin
Bijzin

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin

1. aansporing
2. verbod -- μη
3. twijfelvraag
Bijzin

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin

1. adhortativus
2. prohibitivus -- μη
3. dubitativus

1. Laten we!
2. We moeten niet!
3. Wat moet ik?
Bijzin

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal: Τί λέγωμεν;

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: Πιστεύωμεν αὐτῷ
(πιστευω +dat - vertrouwen op)

Slide 10 - Open vraag

De dubitativus komt voor in ...
A
vraagzinnen
B
afhankelijke vragen
C
zinnen waar twijfel uit spreekt
D
antwoord a, b en c

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdzin

1. adhortativus - aansporing
2. prohibitivus - verbod (negatieve aansporing) -- μη
3. dubitativus
Bijzin
bijzin met ἀν :

1. futuralis (gebeurtenis in toekomst) - in de hoofdzin vaak een futurum ("zullen")
2. generalis/iterativus (algemeen/herhaald feit)

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal: Ὅς ἂν παραβῇ τὸν νόμον, κολάζομεν

Slide 13 - Open vraag

Bijzin

bijzin met ἀν : 

1. con futuralis (geb. in toekomst) - in de hoofdzin vaak een fut ("zullen")
2. con generalis/iterativus (algemeen/herhaald feit)
Bijzin
bijzin zonder ἀν :

1. doel (ἱνα, ὁπως, ὡς) -
("opdat"/ "om te")

2. na ww. van vrees 
(φοβεομαι μη)
(μη = "dat")

Slide 14 - Tekstslide

Vertaal: Φοβουμαι μη το ἐμον ἔργον τὸ ἐν τῳ ἀγρῳ ἄπρακτον (ongedaan) μενῃ.

Slide 15 - Open vraag


Τί ποιήσω; Ἔλθω ἢ μή;

Wat is hier 2x het gebruik van de conjunctivus?
A
twijfelvraag
B
bijzin zonder ἀν: doel
C
aansporing
D
bz met ἀν: futuralis

Slide 16 - Quizvraag


Μὴ τολμήσῃς ἀπεῖναι,...

Wat is het gebruik van de conjunctivus?
A
twijfelvraag
B
bijwoord
C
verbod
D
bz met ἀν: futuralis

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de 1e pers meervoud praesens van de coniunctivus van βούλομαι?
A
βούλεται
B
βουλώμεθα
C
βουλέτω
D
βουλόμεθα

Slide 18 - Quizvraag

Optativus in het Grieks
je leert:
- hoe je de optativus makkelijk herkent
- hoe je de optativus vertaalt in de hoofdzin
- hoe je de optativus vertaalt in de bijzin

Slide 19 - Tekstslide

Wat IS de optativus?
- modus (dus werkwoord!)
- 'broertje' van de coniunctivus: niet feitelijk waar (zoals de indicativus), maar met andere 'smaakjes': bijv. doel of wens

Slide 20 - Tekstslide

Optativus

Slide 21 - Tekstslide

Optativus - let op!

Slide 22 - Tekstslide

φαινοίμην =
A
ind imperf med 1ste ev
B
opt imperf med 1ste ev
C
opt praes med 1ste ev
D
opt praes act 1ste mv

Slide 23 - Quizvraag

ἐπιβούλευοι =
A
opt praes med 2de ev
B
opt aor med 2de ev
C
opt praes act 3de ev
D
opt aor act 3de ev

Slide 24 - Quizvraag

ὀνομάσειαν =
A
opt aor act 3de pl
B
opt aor act 3de sg
C
opt aor med 3de sg
D
opt aor pass 3de pl

Slide 25 - Quizvraag

ὑβρισθεῖμεν =
A
ind aor pass 1ste pl
B
opt aor med 1ste sg
C
opt aor act 1ste pl
D
opt aor pass 1ste pl

Slide 26 - Quizvraag

Optativus zonder ἄν

Optativus cupitivus:
- wens;
- εἴθε of εἰ γάρ;
- ontkenning: μή
- "O!/ hopelijk/mogen"



Optativus met ἄν

Optativus potentialis
- mogelijkheid
- "zouden (kunnen)"

Slide 27 - Tekstslide

Ezelsbruggetje met ἄν
Op de pot
i-i
fut-gen

Slide 28 - Tekstslide

Ezelsbruggetje met ἄν
Op de pot = opt. +ἀν = potentialis
i-i = ind. + ἀν = irrealis
fut-gen = conj. + ἀν = futuralis en generalis

Slide 29 - Tekstslide

Vertaal: Εἴθε οἱ θεοὶ σῴζοιεν ἡμᾶς

Slide 30 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus
A
cupitivus
B
potentialis

Slide 31 - Quizvraag

Vertaal: Μὴ οἱ θεοὶ διαφθείροιεν ἡμᾶς

Slide 32 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus
A
cupitivus
B
potentialis

Slide 33 - Quizvraag

Vertaal: πρὸς τὸν διδάσκολον ἄν ἐρχοιμεθα

Slide 34 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus
A
cupitivus
B
potentialis

Slide 35 - Quizvraag

Optativus in de bijzin
'Vervangende' optativus als de bijbehorende hoofdzin in de verleden tijd staat

1. Bijzinnen van doel: bijv. na ἵνα --> niks 'spannends' met vertalen!

Slide 36 - Tekstslide

Optativus in de bijzin
2. ὅτι / ὡς - bijzinnen na werkwoorden van 'zeggen', 'menen', 'denken', etc.
--> niks 'spannends' met vertalen!

Slide 37 - Tekstslide

Optativus in de bijzin
3. Afhankelijke vragen: ter vervanging van de coniunctivus dubitativus: 'moesten'

-->Bijzinnen 2 + 3 worden ook wel 'optativus obliquus' genoemd

Slide 38 - Tekstslide

Optativus in de bijzin
4. Bijzinnen van vrees: ingeleid door μή, 'dat' --> 'zouden' 

Slide 39 - Tekstslide

Vertaal: Αἱ παρθένοι ᾖδον, ἵνα οἱ νεανίαι ἀφίκοιντο

Slide 40 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus in een bijzin
A
van doel
B
na werkwoord van 'zeggen', etc.
C
van afhankelijke vraag
D
van vrees

Slide 41 - Quizvraag

Ἐκήρυξεν ὁ κῆρυξ, ὅτι ἐπέλθοιεν οἱ βάρβαροι.

Slide 42 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus in een bijzin
A
van doel
B
na werkwoord van 'zeggen', etc.
C
van afhankelijke vraag
D
van vrees

Slide 43 - Quizvraag

Συνῆλθον οἱ Ἀθηναῖοι, ἵνα φονεύοιεν τὸν τύραννον.

Slide 44 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus in een bijzin
A
van doel
B
na werkwoord van 'zeggen', etc.
C
van afhankelijke vraag
D
van vrees

Slide 45 - Quizvraag

ἤρετο που γυνή σου εἴη

Slide 46 - Open vraag

De vorige zin was een voorbeeld van een optativus in een bijzin
A
van doel
B
na werkwoord van 'zeggen', etc.
C
van afhankelijke vraag
D
van vrees

Slide 47 - Quizvraag