Christendom|Paragraaf 3.2 |MOR|Klas 1

Christendom
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
Maatschappelijke orientatieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Christendom

Slide 1 - Woordweb

Christendom paragraaf 3.2/3.3

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kan jij de drie belangrijke stromingen binnen het Christendom benoemen.
  • Kan jij drie rituelen van het Christendom benoemen.
  • Kan jij een aantal feestdagen van het Christendom benoemen.
  • Weet jij dat zondag de rustdag voor de Christenen is en kan je benoemen wat Christenen behoren te doen tijdens deze rustdag.
  • Weet jij wat de heilige plekken, symbolen en boeken zijn van het Christendom.

Slide 3 - Tekstslide

Stromingen
Drie belangrijke stromingen: 
  • Rooms-katholiek
  • Protestant
  • Orthodox

Slide 4 - Tekstslide

Rituelen
  • De doop: meestal als je geboren wordt. Wegwassen van zonden en begin van nieuwe leven van Christus.
  • Het avondmaal: het lijden en sterven van Jezus wordt herdacht door eten van brood en drinken van wijn.
  • Belijdenis: tijdens speciale kerkdienst laten zien dat je voor het Christendom kiest.

Slide 5 - Tekstslide

Rustdag
  • Zondag 
  • ''Zevende dag hield God op met zijn scheppingswerk''
  • Dag van samenkomst en dag van rust dus geen arbeid.
  • Naar de kerk, zingen, bidden en uit Bijbel lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Feestdagen
Belangrijkste feestdagen zijn: 
  • Kerstmis; geboorte van Jezus Christus.
  • Goede vrijdag; herdenken van kruisiging Jezus.
  • Pasen; Jezus stond op uit de dood.
  • Hemelvaart; veertig dagen na opstanding, stijging van Jezus naar de hemel.
  • Pinksteren; God stuurde zijn Heilige Geest naar volgelingen.

Slide 7 - Tekstslide

Heilige boek
De bijbel bestaat uit twee delen ;
  • Oude testament; de schepping, de tien geboden en verhalen.
  • Nieuwe testament; vertelt over Jezus leven, kruisiging en wederopstanding.

Slide 8 - Tekstslide

Symbolen
  • Het kruis; Jezus is gestorven aan het kruis.
  • Duif; symbool voor Heilige Geest.
  • Vis; teken van dat je christenen bent.

Slide 9 - Tekstslide

Heilige plekken
  • Bethlehem; Jezus is daar geboren volgens de Bijbel.
  • Jeruzalem; Christenen geloven dat Jezus hier is gekruisigd.
  • Rome; Grootste kerk ter wereld.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide