4DE JAARS OV4 Stimuleert de overheid de internationale handel?
LEERPAD ONDERZOEKSVRAAG 4
Stimuleert de overheid internationale handel?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
LEERPAD ONDERZOEKSVRAAG 4
Stimuleert de overheid internationale handel?
Slide 1 - Tekstslide
Stimuleert de overheid
internationale handel?
Slide 2 - Tekstslide
Welke twee
voornaamste doelen hebben buitenlandse handelsmissies?
Slide 3 - Tekstslide
Instructie van het leerpad
Met dit leerpad wordt jullie kennis uit de vorige lessen op een spontane manier getest. Daarnaast werken jullie de verdere leerstof uit de onderzoeksvraag zelfstandig af.
Slide 4 - Tekstslide
Veel succes!
Slide 5 - Tekstslide
Invoerheffingen
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een invoerheffing?
Slide 7 - Open vraag
Bij welke categorie handelsbelemmeringen behoren de invoerheffingen?
A
Niet-tarifaire handelsbelemmeringen
B
Liberalisme
C
Eurozone
D
Tarifaire handelsbelemmeringen
Slide 8 - Quizvraag
Invoerheffingen worden berekend op de douanewaarde. Welke formule gebruikt men hiervoor?
A
Initiële prijs plus vracht en verzekeringskosten
B
Vrachtkosten plus initiële prijs
C
Omzet - kosten
D
Initiële prijs min accijnzen
Slide 9 - Quizvraag
Geef mij een synoniem voor invoerheffing.
Slide 10 - Open vraag
Subsidies
Slide 11 - Tekstslide
Wat weet je al over subsidies? Som mij een drietal zaken op.
Slide 12 - Woordweb
Op de volgende slide vinden jullie een link. Raadpleeg het artikel op de website van
"VRT NWS".
Slide 13 - Tekstslide
https:
Slide 14 - Link
(Zoek op indien nodig) Zuhal Demir is een Belgische .....
A
Basketbalster.
B
Politica.
C
Actrice.
D
Leerkracht.
Slide 15 - Quizvraag
(Zoek op indien nodig) Zij werkt voor de ...
A
N-VA.
B
Lokale politie.
C
Broederschool.
D
VRT.
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn subsidies? (Vul aan in de cursus pagina 214 nr 10)
Slide 17 - Open vraag
Invoerquota
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het synoniem voor invoerquota?
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent invoerquota? (Vul aan in de cursus pagina 214 nr12)
Slide 20 - Open vraag
Onderaan het volgende artikel vind je het antwoord op vraag 13 pagina 214.
Slide 21 - Tekstslide
https:
Slide 22 - Link
Waarom eiste men een exportbeperking? (Vul aan in de cursus pagina 214 nr13)
A
Te dure concurrentie.
B
Te goedkope concurrentie.
C
Door jaloezie.
D
Ik weet het niet.
Slide 23 - Quizvraag
Welke nadelen brengen handelsbelemmeringen met zich mee? Geef mij een drietal.
Slide 24 - Woordweb
Overige niet-tarifaire handelsbelemmeringen
Slide 25 - Tekstslide
Ieder land had vroeger een eigen stekker met regels rond ingebouwde weerstand en plastic behuizing. In elk land moest een aparte keuring worden doorlopen, omdat de onderzoeksresultaten van buitenlandse instituten niet erkend werden.
Slide 26 - Tekstslide
Over welke handelsbelemmering gaat de vorige slide met stopcontacten?
A
Administratieve procedures.
B
Technische normen.
C
Milieunormen.
D
Gezondheidsnormen.
Slide 27 - Quizvraag
Europa houdt Chinese melkproducten tegen omdat er teveel melamine (chemische stof/verbinding) in zit wat de gezondheid kan schaden.
Slide 28 - Tekstslide
Over welke handelsbelemmering gaat de vorige slide met melkproducten?
A
Administratieve procedures.
B
Technische normen.
C
Milieunormen.
D
Gezondheidsnormen.
Slide 29 - Quizvraag
In 2000 verbood Japan de invoer van tulpenbollen uit Nederland om plantenziektes te voorkomen.
Slide 30 - Tekstslide
Over welke handelsbelemmering gaat de vorige slide met tulpenbollen?
A
Administratieve procedures.
B
Technische normen.
C
Milieunormen.
D
Gezondheidsnormen.
Slide 31 - Quizvraag
Door alle grenscontroles duurde in 1985 een tocht met de vrachtwagen van Amsterdam naar Milaan 55 uur. In de VS reed je over dezelfde 1 100 km maar 20 uur.
Slide 32 - Tekstslide
Over welke handelsbelemmering gaat de vorige slide met grenscontroles?
A
Administratieve procedures.
B
Technische normen.
C
Milieunormen.
D
Gezondheidsnormen.
Slide 33 - Quizvraag
Het Reinheitsgebot werd op 23 april 1516 ingevoerd. Volgens die regel mag bij het brouwen enkel water, hop en mout gebruikt worden. Later kwam daar ook gist bij.
Slide 34 - Tekstslide
Over welke handelsbelemmering gaat de vorige slide met Duitse brouwerijen?