H4.2 Opp

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ho 4.2 oppervlaktes

Rechthoek / driehoek/ parallelogram

1 hokje = 1 cm

Oppervlakte van een rechthoek

Je kan alle hokjes tellen 
1+1+1+1+1+1+1+1+1 ............
(maar dat duurt te lang)

1 hokje = 1 cm

Oppervlakte van een rechthoek

oppervlakte van een rechthoek =
lengte x breedte

1 hokje = 1 cm

Oppervlakte van een rechthoek

De lengte is 7 cm

De breedte is 4 cm

oppervlakte van een rechthoek =
lengte x breedte

1 hokje = 1 cm

Een rechthoek

opp. = L x B
7 x 4 = 28 cm²

De lengte is 7 cm

De breedte is 4 cm

1 hokje = 1 cm

Een rechthoek

opp. = L x B

7 x 4 = 28 cm²

De lengte is 7 cm

De breedte is 4 cm

Vergeet NOOIT  de juiste eenheid achter het getal te zetten 

1 hokje = 1 cm

Een vierkant

Bereken de oppervlakte van het rechthoek

1 hokje = 1 cm

Een vierkant

opp. = L x B

4 x 4 = 16 cm²

De lengte is 4 cm

De breedte is 4 cm

1 hokje = 1 cm

Een driehoek

Nu gaan we kijken hoe we de oppervlakte kunnen berekenen van een driehoek

1 hokje = 1 cm

Een driehoek

Opp driehoek = zijde x bijbehorende hoogte : 2

1 hokje = 1 cm

Een driehoek

De onderste zijde is 5 cm

De hoogte is 4 cm

1 hokje = 1 cm

Een driehoek

opp. = zijde x hoogte   :   2

              4      x     5          :   2 = 10 cm²

De onderste zijde is 5 cm

De hoogte is 4 cm

1 hokje = 1 cm

Een parallellogram

Opp= zijde x bijbehorende hoogte

1 hokje = 1 cm

Een parallellogram

Eerst kijk je hoe groot de zijde Is = ?

En dan kijken we naar de BIJBEHORENDE hoogtelijn 

Dat is loodrecht op de zijde (stippellijn)

1 hokje = 1 cm

Een parallellogram

Een bijbehorende hoogtelijn is altijd haaks op de zijde

1 hokje = 1 cm

Een parallellogram

De zijde is 5 cm

De bijbehorende hoogte is 4 cm

oppervlakte parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte

1 hokje = 1 cm

Een parallellogram

De zijde is 5 cm

De bijbehorende hoogte is 4 cm

oppervlakte  = zijde x bijbehorende hoogte

                                5    x        4         = 20 cm²

Het stappenplan

Het stappenplan

Stap 1                 Met welk figuur heb je te maken?

Het stappenplan

Stap 1                 Met welk figuur heb je te maken?

Stap 2                Welke formule van oppervlakte hoort bij dit figuur?

Het stappenplan

Stap 1                 Met welk figuur heb je te maken?

Stap 2                Welke formule van oppervlakte hoort bij dit figuur?

Stap 3                Schrijf de formule op 

Stap 4               Vul de getallen in, in de formule

Het stappenplan

Stap 1                 Met welk figuur heb je te maken?

Stap 2                Welke formule van oppervlakte hoort bij dit figuur?

Stap 3                Schrijf de formule op

Stap 4                Vul de getallen in, in de formule

Stap 5                Reken de oppervlakte uit

Het stappenplan

Stap 1                 Met welk figuur heb je te maken?

Stap 2                Welke formule van oppervlakte hoort bij dit figuur?

Stap 3                Schrijf de formule op

Stap 4                 Vul de getallen in, in de formule

Stap 5                Reken de oppervlakte uit

Stap 6                Check of je de juiste eenheid achter het getal staat (het ² teken) 

Lengte x breedte = oppervlakte

Zijde x bijbehorende hoogte = oppervlakte 

Zijde x bijbehorende hoogte : 2 = oppervlakte

Wat is de oppervlakte
van deze driehoek?

1. 56cm²
2. 28cm
3. 56cm
4. 28cm²

Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?

1. 64cm²
2. 56cm²
3. 56cm
4. 64cm

Zijn er nog vragen?