In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Spreken en Gesprekken 3F
Vandaag:
spreken & gesprekken examens oefenen
Slide 1 - Tekstslide
Groepjes maken
1. Gesprekken
2. Spreken
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht: Ga met elkaar in gesprek
Kies uit de volgende onderwerpen:
Je laatste WhatsApp bericht
Een foto die je deze week gemaakt hebt
Je favoriete app op je telefoon
Je favoriete muzieknummer uit je playlist
****
Tijd: 5 minuten
timer
5:00
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik op het gesprek
Schrijf op:
Wat was het onderwerp?
Was je vooral aan het leiden?
Was je vooral aan het volgen?
Wat was het doel van het gesprek?
Slide 4 - Tekstslide
Samenvatting: examen gesprekken
Doel Duur
Wie, wat waar Waarom?
Waarover?
Tijdens het examen moet ik letten op....
Waarop word je beoordeeld?
Slide 5 - Tekstslide
Samenvatting: examen Spreken
Doel Duur
Wie, wat waar Waarom?
Waarover?
Tijdens het examen moet ik letten op.... Hoe kun je je voorbereiden?
Waarop word je beoordeeld?
Slide 6 - Tekstslide
Examen gesprekken
Beurten nemen
Afstemming op doel
Afstemming op de gesprekspartner
Woordgebruik en woordenschat
Grammaticale beheersing
Verstaanbaarheid en vloeiendheid
Slide 7 - Tekstslide
5 min aan elkaar presenteren
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht in duo's
Vertel kort iets aan de ander over een onderwerp.
Probeer de ander te INFORMEREN.
Vertel WAAROM je dit bericht hebt gekozen.
Beantwoord VRAGEN van de luisteraar.
Na 5 minuten wisselen.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Tijdens het examen gesprekken moet ik letten op:
Slide 10 - Woordweb
Presenteren.... kun je leren!
Slide 11 - Tekstslide
Ik vind presenteren spannend.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?
Slide 13 - Open vraag
Voorbereiding
Verzamel informatie. Gebruik ook de informatie die je vindt bij je stelling.
Denk aan goede voorbeelden bij elk argument.
Maak keuzes.
Slide 14 - Tekstslide
Verdeel je presentatie in een inleiding – middenstuk - slot
Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).
Schrijf de presentatie uit en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).
Oefenen – oefenen - oefenen.
Slide 15 - Tekstslide
Opening
Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is belangrijk aan je houding tijdens het spreken?
Slide 17 - Woordweb
Houding
- Sta met twee benen op de grond.
- of: Zit rechtop. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 18 - Tekstslide
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 20 - Quizvraag
Presenteer jezelf!
In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie
Slide 21 - Tekstslide
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie.