H6 Lezen functiewoorden (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

^{H6 Lezen (2) Functiewoorden}

Lesdoelen

Ik kan/weet:

de betekenis van veelvoorkomende functiewoorden.

functies van delen van de tekst benoemen.

Wat gaan we doen?

Theorie H6

Maken + nakijken H6 lezen opdr 1 + 2

Welke functiewoorden ken je?
Noteer er 1 per antwoord

Functiewoorden

Aanleiding - Staat meestal aan het begin van de tekst. Een actuele gebeurtenis om de tekst aan op te hangen.

Afweging - De voor- en nadelen/argumenten zijn gegeven en de schrijver bepaalt wat het belangrijkste is, voor er een conclusie getrokken wordt.

Anekdote- Staat vaak aan het begin van de tekst. Een verhaaltje als illustratie bij het onderwerp.

Functiewoorden

Constatering - Er wordt een feit of verschijnsel vastgesteld.

Nuancering - Er vindt een verfijning of kleine aanpassing plaats van de bewering of stelling. Hierdoor wordt de mening minder scherp, minder zwart-wit.

Vraagstelling -  De schrijver geeft aan welke vraag in zijn tekst centraal staat.

Een goede raad

1. argument
2. afweging
3. aanbeveling
4. verklaring

De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.

1. argument
2. verklaring
3. conclusie
4. voorwaarde

Een sterke ontkrachting waarmee de schrijver aantoont dat een argument niet klopt.

1. tegenwerping
2. constatering
3. nuancering
4. weerlegging

Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.

1. argument
2. constatering
3. conclusie
4. anekdote

Maken H6 lezen opdracht 1 en 2

Opdracht 1 is te vinden op p. 181-182

Lees voor opdracht 2 eerst tekst 6 op p. 183-184 

(vraag 3 van opdr. 2 mag je overslaan)

https:

Nakijken H6 lezen opdr 1

Nakijken H6 lezen opdr 2