Lernen: - Wörter Lektion 1,2,3,4,5,6,7 (S. 52 t/m 55)
- Weet hoe je zwakke werkwoorden vervoegt (fe) esttenten (S. 13)
- Ken de vertaling van de vraagwoorden DE-NL & NL-DU (S. 21)
- Je kan getallen schrijven t/m 10.000 (S. 21)
- Je kan onderstrepen waar hoofdletters moeten komen. (S.35)
-haben en sein ken je uit je hoofd. (S. 36)
-je weet wanneer je der/die of das moet gebruiken. (S. 42)