2.4 De celkern (30-10-'23)

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Naleven regels...
- Plaatsnemen volgens plattegrond
- telefoons in telefoontas op nummer (gebruik=lesverwijdering!)
- Stappenplan:
  1: naam op bord
  2: streepje erachter = strafwerk
  3: 2-de streepje = lesverwijdering + uur nakomen
- Grensoverschrijdens gedrag? --> direct lesverwijdering!

Slide 2 - Tekstslide

Planning
- nabespreken 2.3 'cellen'
- leerdoelen
- Nieuwe stof 2.4 'De celkern'
- leerdoelen bespreken
- aan de slag...

Slide 3 - Tekstslide

Gemaakt huiswerk...

- opdracht 1 t/m 5 blz 102

Slide 4 - Tekstslide

2.4 De celkern

Slide 5 - Tekstslide

Zet op volgorde van groot naar klein
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme

Slide 6 - Sleepvraag

Welke soort cel is dit?
A
plantaardige cel
B
dierlijke cel
C
schimmel cel
D
bacterie cel

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de functie van de vacuole? Sleep het juiste antwoord naar het vinkje
Stroperige vloeistof waarin alle celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Geeft stevigheid

Slide 9 - Sleepvraag


Wat is waar?
A
Cel 1: plantaardige cel Cel 2: dierlijke cel
B
Cel 1: Bacterie Cel 2: dierlijke cel
C
Cel 1: dierlijke cel Cel 2: plantaardige cel
D
Cel 1: Schimmelcel Cel 2: plantaardige cel

Slide 10 - Quizvraag

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Schimmelcel

Slide 11 - Quizvraag

Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Waarmee is de vacuole gevuld?
A
Water met opgeloste stoffen
B
Lucht
C
Cytoplasma
D
Tussencelstof

Slide 13 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 14 - Quizvraag

Hebben dierlijke cellen een celwand?

A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Dierlijke cel

Plantaardige cel
Celwand
Celmembraan
Celmembraan
celkern
Vacuole
Celkern
Korrels

Slide 16 - Sleepvraag

celmembraan
celkern
cytoplasma

Slide 17 - Sleepvraag

Leerdoel 
Leerdoelen:
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 

Slide 18 - Tekstslide

Telefoons weer in zakje!

Slide 19 - Tekstslide

Celkern.
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
In de celkern zitten chromosomen

Slide 20 - Tekstslide

In elke celkern in ons lichaam zit hetzelfde erfelijk materiaal

Slide 21 - Tekstslide

Chromosomen

Slide 22 - Tekstslide

Chromosomen
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. 
De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. 
In de celkern liggen chromosomen

Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Chromosomen kun je alleen zien (met een microscoop)
 als de cel zich gaat delen. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Celkern->chromosomen->DNA

Slide 25 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
Eigenschappen die je hebt gekregen van je
ouders noemen we erfelijke eigenschappen.

Chromosomen bestaan voor een groot deel
uit DNA. DNA bevat de informatie voor de
erfelijke eigenschappen. 

Sommige eigenschappen hebben ook met je leefomgeving te maken. Hoe groot je wordt, wordt ook bepaald door of je goed eet. 

Slide 26 - Tekstslide

Belangrijk DNA
Jouw DNA heeft verder niemand en jouw DNA vertelt wat over jou.

DNA wordt dus ook gebruikt bij onderzoek. 
Bijvoorbeeld bij erfelijke ziekten of bij onderzoek bij misdaden. 

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag...

- maken opdracht 1 t/m 3 blz 106

Slide 28 - Tekstslide