vrijdag 41.05.24

Was machen wir heute?
1. Turbulenzen im Flugzeug
2. Fakten über das Fliegen 
3. Tiere im Zoo
4. Arbeit mit den Wörtern
5. Hausaufgaben: Übung 5 Seite 91; Übung 14 und 15 Seite 96 - 97; Übung 27 Seite 105; Übung 30 und 31 Seite 108 - 109; Übung 39 Seite 112; Lerne Wörter Kapitel 8 Seite 116-117
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
1. Turbulenzen im Flugzeug
2. Fakten über das Fliegen 
3. Tiere im Zoo
4. Arbeit mit den Wörtern
5. Hausaufgaben: Übung 5 Seite 91; Übung 14 und 15 Seite 96 - 97; Übung 27 Seite 105; Übung 30 und 31 Seite 108 - 109; Übung 39 Seite 112; Lerne Wörter Kapitel 8 Seite 116-117

Slide 1 - Tekstslide

Fragen zum Video:
1. Warum gibt es immer mehr Turbulenzen? Gib so viel wie möglich Beispiele. 
Wörter Klimawandel = Klimaat verandering. sich anschnallen = de gordel omdoen 
2. Wie ist das Essen im Flugzeug? Warum?
3. Dürfen Piloten dasselbe  Essen essen? 
4. Warum gibt es im Flugzeug noch immer Aschenbecher, obwohl das Rauchen verboten ist? 
5. Warum soll man die Handys auf Flugzeugmodus stellen? 
6. Wie kurz ist der kürzeste Flug und wo befindet er sich? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Du bekommst jetzt ein Blatt mit Fragen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Lerne jetzt so viel wie möglich. 
Wörter Seite 116-117 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

1. Het baasje van de welp gaat met de hond wandelen (hond uitlaten).

Slide 9 - Open vraag

De vuilnisbakkenras heeft een mand en zit in de mand.

Slide 10 - Open vraag

Door de wetenschapper is deze zalm leergierig.

Slide 11 - Open vraag

Deze dierenarts voert mijn kat.

Slide 12 - Open vraag

Met het voedsel van deze dierenverzorger is jouw mier tegenwoordig verzorgd.

Slide 13 - Open vraag

Haar ijsbeer doet haar na.

Slide 14 - Open vraag

Uw kameraad heeft een neus, een poot, een oog en een bek.

Slide 15 - Open vraag

Welke fokker aait hun giraffe?

Slide 16 - Open vraag

Deze jager probeert met zijn konijn het proefdier te (zu) voeren.

Slide 17 - Open vraag

Lesen: 
Übung 18 Seite 98-99
Übung 28 Seite 106-107

Slide 18 - Tekstslide