H9.4 Inhoud in liter, dL, cL en mL

Spullen op je tafel:
- telefoon/i-pad
- schrift
- pen
- rekenmachine

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spullen op je tafel:
- telefoon/i-pad
- schrift
- pen
- rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- korte herhaling theorie vorige les
- uitleg nieuwe theorie
- opdracht in duo's
- afronding

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan een cilindervorm herkennen.

Slide 4 - Poll

CILINDER
GEEN CILINDER

Slide 5 - Sleepvraag

Ik kan de inhoud van een cilinder berekenen.

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder

Slide 8 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder
    de straal is 10 cm : 2 = 5 cm

Slide 9 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder
    de straal is 10 cm : 2 = 5 cm
  2. bepaal de oppervlakte van de bodem

Slide 10 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder
    de straal is 10 cm : 2 = 5 cm
  2. bepaal de oppervlakte van de bodem
    = 5 x 5 x      = 78,53...

Slide 11 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder
    de straal is 10 cm : 2 = 5 cm
  2. bepaal de oppervlakte van de bodem
    = 5 x 5 x      = 78,53...
  3. bepaal de inhoud van de cilinder

Slide 12 - Tekstslide

Inhoud van een cilinder berekenen:
  1. bepaal de straal van de bodem van de cilinder
    de straal is 10 cm : 2 = 5 cm
  2. bepaal de oppervlakte van de bodem
    = 5 x 5 x      = 78,53...
  3. bepaal de inhoud van de cilinder
    = oppervlakte bodem x hoogte
    = 78,53... x 12 ≈ 942,47
    de inhoud van de cilinder is 942,5

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe theorie: rekenen met litermaten

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe theorie: rekenen met litermaten

Slide 15 - Tekstslide

Nieuwe theorie: rekenen met litermaten

Slide 16 - Tekstslide

130 mL = ...cL
A
13000
B
1,3
C
1300
D
13

Slide 17 - Quizvraag

2400 dL = ...mL
A
240
B
24
C
240000
D
24000

Slide 18 - Quizvraag

8 L = ...cL
A
80
B
800
C
0,8
D
0,08

Slide 19 - Quizvraag

  • Inhoudsmaten:
  • voorbeeld: 

Slide 20 - Tekstslide

Nieuwe theorie: rekenen met litermaten

Slide 21 - Tekstslide


A
689
B
0,689
C
689000000000
D
689000

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht: Welke soeppan gaan we gebruiken?

  1. Je bedenkt eerst zelf een plan.
  2. Je vergelijkt dit plan met je buurvrouw/buurman.
  3. Jullie voeren het plan uit.
  4. Jullie vergelijken dit plan met een ander duo.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht: Welke soeppan gaan we gebruiken?
- 1 soepkom = 25 cL
- 24 personen tomatensoep
- beschikbare pannen:

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk:
opgaven paragraaf 9.4 af

Slide 27 - Tekstslide

Wat vond jij deze les lastig?

Slide 28 - Open vraag

Wat zou je de volgende keer anders doen?

Slide 29 - Open vraag

Ik vond deze les..........

Slide 30 - Poll