In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Taal en Politiek
Vriend of vijand
Slide 1 - Tekstslide
Taal en Politici
* Taal is één van de belangrijkste instrumenten van politici tijdens het voeren van campagne. Met goed uitgedachte formuleringen en woordgeknutsel beïnvloeden ze hoe het volk over een bepaald onderwerp denkt. Daarnaast is de taal van politici ook een veelbesproken onderwerpen: mag een politicus bijvoorbeeld ‘Pleur op!’ zeggen?
* Wat vinden jullie? Beargumenteer!
Slide 2 - Tekstslide
Mag een politicus alles zeggen? Beargumenteer eventueel met een voorbeeld.
Slide 3 - Open vraag
framing
Slide 4 - Woordweb
Framing
1. Lees het volgende artikel en markeer:
* de definitie
* een aantal voorbeelden
* de noodzaak ervan
* de effecten
2. Maak daarna de vragen op Google Classroom
Slide 5 - Tekstslide
vragen
Waarom gebruiken politici graag frames?
Leg uit hoe framing werkt.
Wat is Lakoffs definitie van framing?
Leg de succesvolle framing van George W. Bush uit.
Leg uit waarom frames ontkennen geen zin heeft.
Leg uit waarom frames veel sterker zijn dan feiten.
Gebruiken alleen politici frames?
Welke voordelen van framing geeft Hans de Bruijn?
Leg de laatste twee zinnen van het artikel in je eigen woorden uit.
Slide 6 - Tekstslide
Geef aan hoe goed je nu weet wat er met framing bedoeld wordt
Slide 7 - Poll
22/10 Framing deel 2, Wat gaan we doen?
- Planning
- Vragen van de vorige les bespreken
- Framing deel 2
- Filmpje over framing bekijken
- Klaar voor de toets?
Slide 8 - Tekstslide
Atlas van de Nederlandse taal
* Hoe spannen politici het Nederlands voor hun kar?