muziektheorie kruizen en mollen

kruizen en mollen
Deel 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

kruizen en mollen
Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Dit teken: # noemen we een
A
hekje
B
hashtag
C
kruis
D
dubbelplus

Slide 3 - Quizvraag

Een mol in de muziek betekent;
A
Jouw muzikale tuin wordt verwoest.
B
Verlagingsteken
C
Een b wordt een as
D
helemaal niets; onzin.

Slide 4 - Quizvraag

Hier wil ik mij niet toe verlagen






                            Pffffffft.

Slide 5 - Tekstslide

Een a die we een halve toon verlagen heet een:
A
ais
B
as
C
es
D
amol

Slide 6 - Quizvraag

Een g die we een halve toon verhogen heet een:
A
ges
B
gkruis
C
gis
D
gais

Slide 7 - Quizvraag

Indien nodig: kijk de video nog eens op de volgende slide! 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

A een halve toon lager heet
A
Ais
B
Bes
C
As
D
Als

Slide 10 - Quizvraag

D een halve toon hoger heet
A
Dirk
B
Doos
C
Dis
D
Des

Slide 11 - Quizvraag

G#
A
G hekje
B
Gis
C
Gais
D
Ges

Slide 12 - Quizvraag

Bb (mol)
A
Onder de grond partij
B
zwaar spelen
C
B halve toon lager
D
a twee tonen hoger

Slide 13 - Quizvraag

Een herstellingsteken
A
herstelt de mollen
B
herstelt alles wat fout is
C
verandert de kruis in de mol
D
maakt een kruis of mol weer ongedaan

Slide 14 - Quizvraag

A halve toon lager is een
A
Ais
B
Ajasis
C
As
D
Bes

Slide 15 - Quizvraag

E halve toon lager is een
A
Eiis
B
Eis
C
Des
D
Es

Slide 16 - Quizvraag

een # verhoogt een toon met een
A
afstand van de troon
B
fractie van een seconde
C
halve toons-afstand
D
hele toons-afstand

Slide 17 - Quizvraag

Een # is muzikaal gezien een
A
hekje dat alle muziek een toon hoger maakt.
B
kruis (verhogingsteken) in de muziek.
C
hoop ellende
D
iets wat stop zegt

Slide 18 - Quizvraag

Een mol betekent in de muziek

A
Dat er -is achter de noot komt te staan
B
altijd ellende
C
eis of as achter de noot komt te staan
D
dat er -es of - s achter de noot komt te staan

Slide 19 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?
A
Veel te moeilijk, snapte het niet
B
een beetje moeilijk, heb nog uitleg nodig
C
Ik begreep het best goed
D
easy, ik wist alles al

Slide 20 - Quizvraag