Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Nederlands

4.3 & 5.3

*LEZEN*

waar ga ik het over hebben?

• 4.3 
• 5.3
• samenvatting
•  wat weet ik nog
• goed lezen

lezen

4.3

informeren en amuseren

informeren

de lezer wilt je dan informatie geven over het onderwerp je leest de tekst om over iets te weten te komen

informatieve tekst

amuseren

lezer vermaken je leest de tekst om je te ontspannen

amuserende tekst

verwijswoorden

verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar een word of zin. schrijvers gebruiken verwijswoorden om niet de hele tijd dezelfde woord te gebruiken. als je wilt weten waar de verwijswoord naar verwijst, dan stel je de vraag die begint met wie, wat, waar, welke.

de kameel van Mohammed heeft de president van Egypte geduwd van de piramide.
HIJ heeft een grote fout gemaakt

1. mohammed
2. president
3. de kameel
4. piramide

signaalwoorden

• tijdsvolgorde
• opsomming
• tegenstelling

signaalwoorden

• opsomming
• als eerste, bovendien, daarnaast, vervolgens, ook, tot slot

signaalwoorden

• tegenstelling
• maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

signaalwoorden

• tijdsvolgorde
• eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte

wat weet ik nog van 4.3?

5.3

• wat is overtuigen?
• wat is activeren?

overtuigen & activeren

• overtuigen
• dat de lezer het met hem eens is
• voorbeelden
• filmbespreking, online beoordeling van een hotel
• activeren
• dat de lezer iets gaat doen
• voorbeelden
• advertentie, reclamefolder

wat weet ik nog van 5.3

• overtuigen
• activeren

boek goed doornemen en vragen maken