Economisch beleid 3.21 t/m 3.23

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Welkom

6 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Programma

• Vorige les 
• Theorie
  
• Lesdoelen
• Aan de slag

Veranderingen IS-MB blok

• Autonome bestedingen: een verandering van de autonome particuliere consumptie (C₀) of autonome particuliere investeringen (I₀).
  
• Begrotingsbeleid: een verhoging of verlaging van de overheidsbestedingen (O₀) of belastingen (B₀ of b).
  
• Monetair beleid: een verhoging of verlaging van de rente door de centrale bank.

Rente

Reële rente = nominale rente : verwachte inflatie x 100

Centrale bank wil de gewenste inflatie aanhouden (2%)

• Past de nominale rente aan. 

Reële rente --> Hier houden consumenten rekening mee. 

Lijnen tot nu toe

EV

• (voorgenomen) bestedingen

Y

• Inkomen

IS-curve

• Alle combinaties tussen reële rente en inkomen waarbij evenwicht op de goederenmarkt bestaat. 

MB-curve

• Monetaire beleidsregel van de bank.

Het consumentenvertrouwen stijgt, dan zal de IS-curve ...

1. naar rechts verschuiven
2. naar links verschuiven
3. niet verschuiven
4. hangt af van de rente

Uitleg

Hoger consumentenvertrouwen --> meer consumeren/besteden (autonome bestedingen nemen toe) -->  meer productie --> hoger inkomen. 

Verschuiving EV --> verschuiving IS

Dezelfde rente is gekoppeld aan een hoger inkomen. 

De rente stijgt, dan zal de IS-curve ...

1. naar rechts verschuiven
2. naar links verschuiven
3. niet verschuiven
4. hangt af van de rente

Welke lijn verschuift er evenwijdig omhoog als de centrale bank de rente verhoogt?

1. EV
2. Y
3. IS
4. MB

Rente verhogen

Centrale bank

Openmarkttransacties

• Kopen en verkopen obligaties.

Gevolg voor kredietverlening en de geldhoeveelheid. 

Enkelvoudig mandaat --> inflatie --> deze wordt gebruikt in het model. 

Duaal mandaat --> inflatie en inkomen

Als de CB de inflatie te laag vindt. Wat doen ze dan met de rente? Leg uit waarom.

Wat betekend een verkrappend monetair beleid?

1. Hogere rente
2. Lagere rente

Model

Onevenwichtigheden kunnen in het model opgelost worden met begrotingsbeleid of monetair beleid. 

Alleen gericht op enkelvoudig mandaat. 

• Geen positief of negatief verband tussen rente en inkomen.

Praktijk

• Moeilijk om de grootte van de output gap te bepalen en de daaruit voortvloeiende gevolg voor de inflatie.
• Transmissieproces kost tijd. 

Aan het werk

Maken 3.21 t/m 3.23

3.22 belangrijk. 

Nakijken

• Wat heb je goed gedaan?
• Wat kun je beter doen?

Lees de tekst

• Onderstrepen
• Samenvatten