4 juni 2021

Reminder: afspraken in de online lessen
1. Thuis heb je een rustige werkplek, het liefst aan een tafel of bureau.
Op deze werkplek heb je plaats voor je chromebook, je boeken, etui en ruimte om te
schrijven.
2. Je volgt al je lessen volgens je lesrooster.
3. Je logt op tijd in bij elke les, net als je docent.
Je zet je camera aan en je microfoon uit, tenzij je docent je iets vraagt.
4. Je bent de hele les ingelogd, tenzij de docent een andere instructie geeft.
5. Je neemt actief deel aan de lessen.
6. Je maakt je opdrachten en huiswerk zoals dit wordt opgegeven door de docent.
7. Je houdt je in de lessen aan alle geldende afspraken.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Reminder: afspraken in de online lessen
1. Thuis heb je een rustige werkplek, het liefst aan een tafel of bureau.
Op deze werkplek heb je plaats voor je chromebook, je boeken, etui en ruimte om te
schrijven.
2. Je volgt al je lessen volgens je lesrooster.
3. Je logt op tijd in bij elke les, net als je docent.
Je zet je camera aan en je microfoon uit, tenzij je docent je iets vraagt.
4. Je bent de hele les ingelogd, tenzij de docent een andere instructie geeft.
5. Je neemt actief deel aan de lessen.
6. Je maakt je opdrachten en huiswerk zoals dit wordt opgegeven door de docent.
7. Je houdt je in de lessen aan alle geldende afspraken.

Slide 1 - Tekstslide

Today

1. Rewind: adverbs of frequency
2. Grammar: bezit & moeten
3. Work
4. Looking forward: next week
5. Rounding off

Slide 2 - Tekstslide


Aan het einde van deze les..
  1. weet je hoe je in het Engels aan kunt geven dat iets van iemand is. 
  2. weet je hoe je kunt zeggen dat iets (niet) moet.
  3. weet je wat er vanaf volgende week weer van je verwacht wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

adverbs of frequency

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Bezit
Kijk eens goed naar onderstaande zinnen: 

  • This is Stan's bag.
  • She borrowed Jasper's chromebook.
  • He needs one of Alex's pens. 

  • These are those boys' bags.
  • I know my pupils' names


Slide 7 - Tekstslide

Wat vertelt de 's je in de zinnen?

She borrowed Jasper's chromebook.
He needs one of Alex's pens.

Slide 8 - Open vraag


's geeft in het Engels aan dat iets van iemand is

Goed opletten:
In het Nederlands gebruiken we 's om meervoud te schrijven. (pyjama's) In het Engels is dat dus NOOIT zo. 

Slide 9 - Tekstslide


Wat is het verschil tussen de bovenste en onderste zin?

This is Stan's bag.
I know my pupils' names.

Slide 10 - Open vraag


Wat is het verschil tussen de bovenste en onderste zin?

He needs one of Alex's pens.
Put that in the back of the car.

Slide 11 - Open vraag

Op een rijtje:
Als je wil zeggen dat iets van iemand is:
  • Enkelvoud --> 's 
  • Meervoud, eindigt op -s --> '

  • Als je wil zeggen dat iets bij/van dingen, dieren of plaatsen is,. dan gebruik je '..of...'.

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent (doesn't) have to in onderstaande zinnen?

You have to wear a mouthmask.
She doesn't have to be quirantained is she tests negative.

Slide 13 - Open vraag

(niet) moeten
Wanneer je wil zeggen dat iets moet (dat van buitenaf opgelegd wordt), dan gebruik je 'have to + hele werkwoord'
bevestigend: 

have to + hele werkwoord
  • I, you,
  • we, they
has to + hele werkwoord
  • she, he, it
Ontkennend: 

don't have to + hele werkwoord
  • I, you,
  • we, they
doesn't have to + hele werkwoord
  • she, he, it
vragend

do - ow-  have to + hele werkwoord
  • I, you,
  • we, they
don't - ow - have to + hele werkwoord
  • she, he, it

Slide 14 - Tekstslide

3. Work
Homework, Tuesday June 8th:
Unit 6:
lesson 2: exc. 15/16/17

Meenemen:
tekstboek + workbook B
  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tot de afsluiting van de les
  • Muziek mag
  • Klaar? doe dan iets voor jezelf. Maar blijf in de meet!

Slide 15 - Tekstslide

Next week
Weer volle bak er tegenaan! Ik verwacht van jou, dat je:
  • Je boeken bij je hebt.
  • Een schrift bij je hebt.
  • Pen(nen) bij je hebt.
  • Chromebook bij je hebt. 
  • Huiswerk maakt. 

Slide 16 - Tekstslide

Op welke 3 manieren kun je in het Engels bezit aangeven?

Slide 17 - Open vraag