Ik kan in een tekst de inleiding, het middenstuk en het slot herkennen.
Ik weet wat er in een inleiding, het middenstuk en het slot te vinden is.
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw van een tekst
Om een tekst goed te begrijpen,
is het handig om te weten hoe een
goede tekst in elkaar zit. Je weet dan
wat je kunt verwachten als je een tekst
helemaal gaat lezen of waar je het best
informatie kunt vinden als je zoekend leest.
Slide 4 - Tekstslide
Het eerste deel van een tekst is de inleiding.
Wat kan je vinden in een inleiding:
Je maakt kennis met het onderwerp van de tekst. --> Vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een (grappig) verhaaltje (anekdote).
De inleiding maakt je nieuwsgierig naar de rest van de tekst
Bestaat meestal uit één alinea.
Slide 5 - Tekstslide
Kern (middenstuk)
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst.
Wat kan je vinden in de kern:
Er staat de meeste informatie over het onderwerp.
Er worden meestal verschillende delen van het onderwerp besproken --> dit noemen we deelonderwerpen.
Slide 6 - Tekstslide
Slot
Het laatste deel van een tekst is het slot.
Wat kan je vinden in het slot:
Het is meestal de laatste alinea van de tekst.
Het belangrijkste uit de tekst wordt vaak kort herhaald.
Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken.
Bij nieuwsberichten ontbreekt heel vaak een slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het eerste deel van de tekst. Het tweede deel geeft extra informatie.
Slide 7 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
M1A + M1B
Meer dan lezen: Inleiding, middenstuk en slot
--> opdracht 1 t/m 4
Slide 8 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat ga je maken:
M1C + M1D
Meer dan lezen: Inleiding, middenstuk en slot
--> opdracht 1 t/m 5
Slide 9 - Tekstslide
Signaalwoorden
Eerst, hierna, daarna, vervolgens, ten slotte, ten eerste, ten tweede, voordat, nadat, vroeger, later, oorspronkelijk, intussen
Volgorde
Zoals, zo, bijvoorbeeld, ter illustratie, stel, neem, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij, onder meer, onder andere, met name
Voorbeeld/toelichting
En, ook, ten eerste, ten tweede, een ander.., daarbij, daarnaast, voorts, verder, bovendien, niet alleen … maar ook, zowel … als, noch … noch, ten slotte, enzovoort, eveneens, evenals, tevens, dan, vervolgens, ofwel, of…of