In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Les 4
Herhaling van les 1,2,3 (12 vragen)
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de definitie van hijsen?
A
Hijsen is verplaatsen van last
B
Hijsen is verplaatsen van vrij hangende last
C
Hijsen is diagonaal verplaatsen van materialen
D
Hijsen is dingen verplaatsen met een grondverzetmachine
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de werklastfactor van een tweesprong (2 enkele lengen) in een hoek van 0-45 graden.
A
1
B
1,7
C
1,5
D
1,4
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de gebruiksfactor(veiligheidsfactor) van een kunststofhijsband?
A
1
B
4
C
7
D
5
Slide 4 - Quizvraag
Wie doet de dagelijkse controles van het hijsgereedschap?
A
De fabrikant
B
De machinist
C
De werkgever
D
De Grondwerker
Slide 5 - Quizvraag
Als je met een grondverzetmachine met beperkte hijsfunctie hijst, gelden bepaalde voorschriften. Welke documenten moeten aanwezig zijn en aan welke eisen moet de machine voldoen?
A
Kraanboek (logboek) en hijstabel/ lastvluchttabel aanwezig, overlastsignalering.
Keuringssticker en kraanboek (logboek) aanwezig, werking claxon.
Slide 6 - Quizvraag
Wie is er verantwoordelijk met betrekking tot de veiligheid bij het hijsen?
A
De machinist
B
De werkgever
C
De fabrikant
D
Alle drie
Slide 7 - Quizvraag
Wat moet er in het kraanboek verplicht vermeld staan?
A
naam fabrikant, merk machine, type machine, grote reparaties en onderhoud.
B
naam fabrikant, kleur machine, afmetingen banden/rupsen.
C
naam fabrikant, afmetingen banden/rupsen, serienummer machine, naam machinist.
D
Naam van de werkgever, merk machine, soort hydraulische olie, draagkracht van de ondergrond.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de reden van de regelgeving rondom het hijsen?
A
Om zoveel mogelijk ongelukken te voorkomen.
B
Om de werkgever zoveel mogelijk op kosten te jagen.
C
Om de machinist te testen hoeveel hij weet.
D
Om de veiligheidsmensen aan het werk te houden.
Slide 9 - Quizvraag
Als je hijswerk met beperkt hijsen moet uitvoeren dan:
A
moet je altijd lastmoment beveiliging hebben.
B
moet je dat altijd met een zware machine uitvoeren.
C
moet het hijswerk in relatie staan tot het grondwerk.
D
Moet je altijd een hijsplan laten maken
Slide 10 - Quizvraag
Welke gegevens moeten er minimaal altijd op elk hijsgereedschap vermeld staan?
A
De WLL, Certificaatnummer, Keuringsdatum.
B
De gebruiksfactor, Certificaatnummer, Keuringsnaam keurmeester.
C
Certificaatnummer, CE merkteken, eigen gewicht hijsgereedschap.
D
Kleurcode, gewicht, WLL, Gebruikersnaam.
Slide 11 - Quizvraag
Een hijsband met een WLL van 1000 kg is stroppend om een rioolbuis geslagen. Wat is de maximale last die je mag hijsen?
A
1400 kg
B
1250 kg
C
1000 kg
D
800 kg
Slide 12 - Quizvraag
Een tweesprong is samengesteld uit twee losse lengen met elk een WLL van 1 ton. Je maakt beide hijsbanden stroppend vast. Wat mag de massa van de last maximaal zijn bij een buitenhoek van 30°?
A
800 kg
B
1000 kg
C
1120 kg
D
2000 kg
Slide 13 - Quizvraag
Als je gebruik maakt van een tweesprong om een last op te hijsen, wat is dan de meest gunstige buitenhoek.
A
Tussen de 45 en 60 graden.
B
Tussen de 0 en 30 graden.
C
Tussen de 30 en 45 graden.
D
Groter dan 60 graden.
Slide 14 - Quizvraag
Les 4
Terug naar de powerpoint
Slide 15 - Tekstslide
Les 4
Antwoorden bij de reken opdracht (3 vragen)
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het gewicht van de stalen (massieve) cilinder?
Slide 17 - Open vraag
Bereken het gewicht van deze put. (Soortelijk gewicht 2500kg/m3)
Slide 18 - Open vraag
Bereken in de volgende 2 minuten het gewicht van bovenstaande balk. Lengte 6 meter. Breedte 40cm. Dikte 3 dm.
Slide 19 - Open vraag
Les 4
Terug naar de powerpoint
Slide 20 - Tekstslide
Les 4
Antwoorden bij de reken eindopdracht.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is het gewicht van mijn last?
Slide 22 - Open vraag
Welke lengte moet mijn hijsgereedschap minimaal zijn?
Slide 23 - Open vraag
Welk hijsgereedschap gebruik ik (soort en lengte) en welke WLL moet deze zijn?