Herhaling woordsoorten

• Nederlands
• Lager onderwijs

Herhaling woordsoorten

Welke woordsoorten ken je?

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

woorden die zeggen 

hoe het zelfstandig naamwoord is.

woorden een naam geven aan 

mensen, dieren, planten en dingen.

woorden die zeggen 

wat het onderwerp doet of is.

woorden die iets zeggen over het genus en bepaaldheid van een woord.

00:29

werkwoorden

01:06

zelfstandige naamwoorden

01:20

Duid het onbepaalde lidwoord aan.

1. de
2. het
3. een
4. geen van allemaal

02:08

bijvoeglijke naamwoorden

Welke woordsoort is het aangeduide woord in de zin?

Morgen ga ik naar de nieuwe slager.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Welke woordsoort is het aangeduide woord in de zin?

Morgen ga ik naar de nieuwe slager.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Welke woordsoort is het aangeduide woord in de zin?

Morgen ga ik naar de nieuwe slager.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Welke woordsoort is het aangeduide woord in de zin?

Morgen ga ik naar de nieuwe slager.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Speciale dingen over lidwoorden

Bij mannelijke of vrouwelijke zelfstandige naamwoorden staat:

Bij onzijdige zelfstandige naamwoorden staat 

DE

HET

Speciale dingen over bijvoeglijke naamwoorden

De trappen van vergelijking:

stout              →                stout                      →           stout

groot            →                  ........................     →            ..............................

mooi             →                   .........................    →            ...............................

er

st

Speciale dingen over bijvoeglijke naamwoorden

De trappen van vergelijking: OPGEPAST!

goed              →            ........................        →          ..............................

graag             →            ........................        →            ..............................

weinig           →             .........................      →            ...............................

Speciale dingen over zelfstandige naamwoorden

Speciale dingen over zelfstandige naamwoorden

Speciale dingen over zelfstandige naamwoorden

Speciale dingen over zelfstandige naamwoorden

Maak een samenstelling met werk.

Speciale dingen over zelfstandige naamwoorden

Maak een afleiding met werk.

Speciale dingen over werkwoorden

Ze hebben een tijd:

• tegenwoordige tijd                 = nu
• verleden tijd                               = vroeger

Ze hebben een infinitief:

(ik zal)                zoeken

(ik zal)                antwoorden

Speciale dingen over werkwoorden

Ze hebben een stam:

zoeken           →     (ik) zoek

Wij riepen    →     (ik) roep

Ze hebben een uitgang:

Zij praten     → de stam is 'praat', uitgang is 'en'.

Jij speelde  → de stam is 'speel', uitgang is 'de'.

Speciale dingen over werkwoorden

	enkelvoud	meervoud
1e persoon
2e persoon
3e persoon

IK

JIJ

HIJ / ZIJ

JULLIE

ZIJ

WIJ

KIPPEN

KIP

learningapps.org

learningapps.org

SNAP IK DE LEERSTOF?

0100