In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Verbranding
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt aan het einde van les uitleggen hoe het hele lichaam aan energie komt
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de functie van de het ademhalingstelsel?
Slide 3 - Open vraag
Wat doet je lichaam met je eten?
Slide 4 - Open vraag
Energie
Om aan energie te komen moet je eten
Het eten wordt door het spijsverteringstelsel afgebroken tot glucose dat in de dunne darm in het bloed gebracht
Glucose is de brandstof die je cellen gebruiken om energie op te wekken
Slide 5 - Tekstslide
Verbranding
Wat gebeurt er als
Voor verbranding heb je dus zuurstof nodig.
Je cellen hebben dus zuurstof nodig om de glucose uit het eten te kunnen verbranden.
Glucose + zuurstof -> Energie + water + koolstofdioxide
Slide 6 - Tekstslide
Orgaanstelsels werken samen
Voedsel wordt door verteringstelsel verteerd.
In de darmen wordt glucose opgenomen in het bloed
Ondertussen wordt door de longen zuurstof opgenomen uit de lucht en afgegeven aan het bloed
Het bloedvatenstelsel brengt het bloed met de zuurstof en glucose naar alle cellen in het lichaam.
In de cellen wordt de glucose verbrandt en komt de energie vrij die gebruikt kan worden voor van alles
Slide 7 - Tekstslide
Orgaanstelsel werken samen
Bij verbranding van glucose komt water en koolstofdioxide vrij als afvalstof
De koolstofdioxide wordt afgegeven aan het bloed en kan vervolgens in de longen weer worden afgegeven aan de lucht
Slide 8 - Tekstslide
Verbranding in een lichaam
zuurstof
glucose
energie
Beweging van je spieren (ook het hart!)
Warmte
koolstofdioxide en water
Slide 9 - Tekstslide
Verbranding in alle lichaamscellen
Het vrijmaken van energie uit energierijke voedingsstoffen:
glucose + zuurstof ---> energie + koolstofdioxide + water
De energie gebruiken de cellen
om hun taken uit te voeren zoals het samentrekken van spiercellen
om het lichaam op temperatuur te houden
Slide 10 - Tekstslide
Zonder zuurstof is er geen
verbranding.
Zonder zuurstof gaan cellen dood.
Slide 11 - Tekstslide
Indicator
De indicator die je gebruikt om koolstofdioxide aan te tonen is: helder kalkwater.
Is er CO2 aanwezig, dan wordt helder kalkwater troebel.
Wat is een indicator?
Een indicator is een stof waarmee men kan aantonen dat een bepaalde andere stof aanwezig is. Een voorbeeld hiervan is jodium, wanneer jodium in aanraking komt met zetmeel zal de oplossing donkerpaars verkleuren.
Slide 12 - Tekstslide
Koolstofdioxide aantonen
CO2 = koolstofdioxide, aantonen met helder kalkwater (indicator) Heldere kleurloze vloeistof wordt wit troebel
Slide 13 - Tekstslide
Indicator
Is een stof waarmee je een andere stof aantoont
Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide
Slide 14 - Tekstslide
Tijd voor een spelletje!
Scan de volgende QR code
Slide 15 - Tekstslide
Welke woorden ontbreken (let op de volgorde!) ........................+ zuurstof --> energie + water + ....................
A
Koolstofdioxide, Glucose
B
Nitraat, glucose
C
Ammonium, koolstofdioxide
D
Glucose, koolstofdioxide
Slide 16 - Quizvraag
Hoe komt het lichaam aan glucose?
Slide 17 - Open vraag
Hoe komt het lichaam aan zuurstof?
Slide 18 - Open vraag
Hoe zorgt het lichaam ervoor dat iedere cel in het lichaam voorzien wordt van glucose en zuurstof?
Slide 19 - Open vraag
Waar vindt verbranding plaats in het lichaam?
A
In de spieren
B
In de darmen
C
In de longen
D
In de cellen
Slide 20 - Quizvraag
Wat doet het lichaam met de afvalstoffen die vrij komen bij de verbranding?