klimaten, jagers en verzamelaars en landbouw

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dit klimaat is een..
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Poolklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 2 - Quizvraag

Dit klimaat is een..
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Poolklimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor klimaat is dit?
A
Landklimaat
B
Poolklimaat
C
Woestijnklimaat

Slide 4 - Quizvraag


Wat voor klimaat is dit?
A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Hooggebergte klimaat
D
Tropisch Klimaat

Slide 6 - Quizvraag

B-klimaat (droog klimaat)
A
Veel grote bomen
B
Regelmatig neerslag
C
Koude temperaturen
D
Weinig of geen neerslag

Slide 7 - Quizvraag

Welke klimaten behoren tot de tropische klimaten?
A
Tropisch regenklimaat
B
Steppeklimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een B-klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
Woestijnklimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij Jagers en verzamelaars
A
Vissen vangen
B
Paddenstoelen plukken
C
Eieren zoeken
D
Geiten houden

Slide 10 - Quizvraag

jagers en verzamelaars hebben geen
A
dieren
B
vaste woonplaats
C
kinderen
D
tenten

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurde er met de jagers en verzamelaars door het ontstaan van landbouw?
A
De jagers & verzamelaars werden ook boer.
B
De jagers & verzamelaars werden weggejaagd.
C
De jagers & verzamelaars bleven ook langs de Nijl leven.
D
De jagers & verzamelaars gingen voor de farao werken.

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord past wel bij het leven van een jager en verzamelaar?
A
Rondtrekken
B
Voorraden
C
Landbouw
D
Wonen op een vaste plaats.

Slide 13 - Quizvraag

Wat was het gevolg van het ontstaan van landbouw?
A
Er was minder voedsel beschikbaar.
B
Mensen bleven op één plek wonen.
C
Mensen gingen minder werken.
D
Er werd niet meer gejaagd.

Slide 14 - Quizvraag

Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 15 - Quizvraag

Aan wat voor landbouw deden de Egyptenaren?
A
Droge landbouw
B
Irrigatielandbouw
C
Irritatielandbouw
D
Natte landbouw

Slide 16 - Quizvraag

16: Aan welke landbouw moet je denken bij kippen?
A
Akkerbouw
B
Tuinbouw
C
Bosbouw
D
Veeteelt

Slide 17 - Quizvraag

Wat maakt de farao zo bijzonder?
A
Hij was degene die al het land in zijn eentje bewerkte
B
Hij werd vereerd als een levende god
C
Hij had het schrift uitgevonden
D
Hij mocht als eerste water over zijn akker gooien

Slide 18 - Quizvraag

De farao liet de boeren belasting betalen in de vorm van graan. Wat deed de farao met de belastingen?
A
Het geven aan de goden.
B
De farao betaalde mensen die voor hem werkten.
C
De farao ging ermee op vakantie.
D
De farao verdeelde de belastingen eerlijk onder de bevolking.

Slide 19 - Quizvraag

Welke piramide laat zien hoe het aantal mensen verdeeld was over de standen?

A
Bron 1
B
Bron 2

Slide 20 - Quizvraag

De farao werd door de Egyptenaren gezien als een ?
A
kat
B
hond
C
mens
D
god

Slide 21 - Quizvraag