Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Discriminatie
Slide 1 - Tekstslide
Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.
Slide 2 - Quizvraag
Wat staat in Artikel 1 van de grondwet?
Slide 3 - Open vraag
Artikel 1 van de Grondwet
''Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.''
Slide 4 - Tekstslide
Vooroordelen
Een (negatieve) mening die je over iemand hebt, zonder dat je de feiten kent
voorbeeld: Iemand die een donkere huidskleur heeft is armer dan iemand met een lichte huidskleur.
voorbeeld: De nieuwe Syrische buurman zal wel geen Nederlands spreken..
Vooroordelen zijn over het algemeen negatief
Slide 5 - Tekstslide
Racisme
Een gevolg van het hebben van vooroordelen is Racisme
Slide 6 - Tekstslide
Wat is racisme?
Racisme gaat er vanuit dat je vind dat het ene ''ras'' beter is dan het andere ''ras''
Voorbeeld: Hetero's zijn veel meer waard dan homo's!
Voorbeeld: Donkere mensen zijn minder dan blanke mensen!
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Discriminatie
Een gevolg van racisme is discriminatie
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Wat is discriminatie?
Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of buiten sluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd.
Slide 11 - Tekstslide
Discriminatiegronden
godsdienst
levensovertuiging
politieke gezindheid
ras
geslacht
nationaliteit
seksuele gerichtheid
burgerlijke staat
handicap of chronische ziekte
leeftijd
Slide 12 - Tekstslide
Stelling
Je solliciteert als vakkenvuller bij de Jumbo. Welke personen worden gediscrimineerd?
Persoon A: Wordt niet aangenomen omdat ze Pools is
Persoon B: Wordt niet aangenomen omdat ze 12 jaar is
Persoon C: Wordt niet aangenomen omdat ze lesbisch is
Slide 13 - Tekstslide
Iemand die niet meer in zijn eigen land kan wonen, vanwege oorlog.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen. Is deze uitspraak is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype? 1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.” 2. “Limburgers kun je niet verstaan.”
A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Stereotype
B
Discriminatie
C
Respect
Slide 29 - Quizvraag
Bij een sollicitatiegesprek krijgt een vrouw deze vraag: "Ik mag het eigenlijk niet vragen, maar... ben je van plan om zwanger te worden?" Waarom mag die persoon dat eigenlijk niet vragen?
A
Het is een vooroordeel.
B
Het is een stereotype.
C
Het is discriminatie.
D
Het is wettelijk.
Slide 30 - Quizvraag
De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.
Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.