221129 grammatica havo pers+bez. vnw

Welkom M1e! 

Planning van vandaag:
  1. Mededelingen
  2. Herhaling grammatica §1, 3, 5, 7 + havo
  3. Start grammatica §8 havoboek
Pak vast je schrift en een pen!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom M1e! 

Planning van vandaag:
  1. Mededelingen
  2. Herhaling grammatica §1, 3, 5, 7 + havo
  3. Start grammatica §8 havoboek
Pak vast je schrift en een pen!

Slide 1 - Tekstslide

Planning tweede periode:
Grammatica
Woordsoorten: §1, 3, 5 en 7
+ havo § 5, 8 en 12
Zinsdelen: §2, 4, 6 en 8

Themalessen
Thema C: on/off

Fictie (boek lezen)

Toetsen tweede periode:
Grammatica
SO - 9 december (1x)

PW - in de toetsweek (2x)

Themalessen
Vlog - rond 12 december
(Moet 'voldaan' zijn.)

Fictie (boek lezen)



Slide 2 - Tekstslide

De vorige lessen:
  1. Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.

  2. Ik kan zelfstandig werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen en benoemen.

  3. Ik kan zelfstandig naamwoorden en (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

  4. Ik kan (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

  5. Ik kan een voorzetsel herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Benoem alle woordsoorten:
olw, blw, zn, bn, hww, zww, vz. 
Kun je een woord niet benoemen? Dan schrijf je een x

  1. De lange man liep met zijn fiets door de verlichte stad.
  2. De lievelingstante van Lianne heeft een cadeau aan haar gegeven.

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

Ik kan persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een persoon, dier of ding. 

Ik, jij, hij, zij, wij, het, mij, jou, u, hem, haar, ons

Namen horen hier NIET bij. Dat zijn zelfstandig naamwoorden.

Twijfel je? Een pers.vnw kun je vervangen door hem of hij.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Ik lees een boek.

Jarah leest een boek.

Dat boek is van mij.

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan van wie iets is.

Mijn, jouw, uw, zijn, haar, jullie, ons

Twijfel je? Je kunt elk bezittelijk voornaamwoord vervangen door zijn.

Twijfel je? Een bezittelijk voornaamwoord staat ALTIJD voor een zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Dat is mijn fiets!

Onze klas is het leukste.

Hebben jullie jullie telefoon weggelegd?


Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijk of persoonlijk?
Mijn fiets staat daar.

Die fiets is van mij.

Als jullie jullie eten op hebben, dan kan ik eindelijk aan dat van mij beginnen.

Slide 10 - Tekstslide

We maken opdracht 1 samen.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak van havo §8 opdracht 2 t/m 4.

Klaar?

Kijk de opdrachten na met het nakijkboekje.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.


Opdracht: Maak een zin met een persoonlijk én bezittelijk voornaamwoord.
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide