2.5 Present simple

The Present Simple
Present Simple
Leerdoel:
ik kan in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

The Present Simple
Present Simple
Leerdoel:
ik kan in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de Present Simple?

Slide 2 - Woordweb

Present simple

Slide 3 - Tekstslide

Present Simple
Welke zin staat niet in de Present Simple?
A
Dogs wag their tail when they are excited.
B
Sarah usually runs to school.
C
Cats tend to scratch things.
D
Jeffrey has been cycling for hours.

Slide 4 - Quizvraag

Present Simple
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is Living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 5 - Quizvraag


Present Simple
A
Habits
B
Facts
C
Things that happen on a regular basis
D
All answers are correct

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Link

Present Simple: + / - / ?

Slide 8 - Tekstslide

Make the present simple - negative.
John .......... French. (not speak)

Slide 9 - Open vraag

Present Simple & negative (-)
You (not / like) ___________ chocolate.

Slide 10 - Open vraag

Make the present simple negative
The bank ........ at 5:30 pm. (not close)

Slide 11 - Open vraag

Write a negative sentence in the present simple.

Slide 12 - Open vraag

Questions?
QUESTIONS in the present simple

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Make the present simple - questions.
John speaks French.

Slide 15 - Open vraag

Present Simple & questions
You like chocolate.

Slide 16 - Open vraag

Make the present simple - question
The bank closes at 5:30 pm.

Slide 17 - Open vraag

Write a question in the present simple.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

In hoeverre heb je het leerdoel: "ik kan in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven", behaald.
Behaald!
Ik moet nog even oefenen.
Ik snap er nog weinig van.

Slide 20 - Poll