Ak examenvragen

Als er teveel vee graast op te weinig weidegrond noem je dat:
A
verwoestijning
B
Vee teveel
C
Overbeweiding
D
grondtekort
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Als er teveel vee graast op te weinig weidegrond noem je dat:
A
verwoestijning
B
Vee teveel
C
Overbeweiding
D
grondtekort

Slide 1 - Quizvraag

Op hoeveel graden breedte liggen de meeste woestijnen?
A
20
B
15
C
30
D
40

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer ontstaat droogte?
A
Als lucht daalt
B
Als lucht stijgt
C
Als lucht stil staat
D
Als lucht botst

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je de kunstmatige bewatering van akkers?
A
Irritatie
B
Integratie
C
Irrigatie

Slide 4 - Quizvraag

In de boreale zone vind je vooral.......
A
toendralandschap
B
loofbomen
C
struiken en grassen
D
naaldbomen

Slide 5 - Quizvraag

Aride betekent
A
vochtig
B
droog

Slide 6 - Quizvraag

Landschapszones liggen globaal...
A
van oost naar west
B
van noord naar zuid
C
willekeurig
D
van hoog naar laag

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip betekent hetzelfde als globalisering?
A
Mondialisering
B
Mondialiteit
C
Internationaal
D
Internationaliteit

Slide 8 - Quizvraag

De kern van de aarde is
A
Een vaste stof
B
Een vloeibare stof
C
Een combinatie van vast en vloeibaar
D
Geen van deze

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet het land/gebied met de meeste rijkdom en macht?
A
Periferie
B
Nederland
C
Amazone gebied
D
Centrum

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noemen we het proces van het 'in de grond zakken van water'?
A
Nuttige neerslag
B
Infiltratie
C
Grondwater
D
Evapotranspiratie

Slide 11 - Quizvraag

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 12 - Quizvraag

Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water

Slide 13 - Quizvraag

Als de aarde niet schuin zou staan dan...
A
zou het minder hard waaien.
B
zou het in Nederland kouder zijn.
C
zouden we geen seizoenen hebben.
D
zou de zomer langer duren.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van het ontstaan van neerslag? A.Lucht wordt kouder B.Water verdampt C.Waterdamp wordt zichtbaar:wolken D.(Warme)lucht stijgt op.
A
A- B - C - D
B
A - C - B - D
C
D - A - C - B
D
B - D - A - C

Slide 15 - Quizvraag

Stratovulkanen ontstaan door...
A
Subductie
B
Convergentie
C
Divergentie
D
Subplooiing

Slide 16 - Quizvraag

Het punt aan het aardoppervlak, recht boven het centrum van de aardbeving, heet het...
A
Hypocentrum
B
Magmacentrum
C
Epicentrum
D
Pericentrum

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de informele sector?
A
officiële werkzaamheden
B
op school zitten
C
onofficiële werkzaamheden
D
belasting betalen

Slide 18 - Quizvraag

De wind van zee noem je een
A
Aflandige wind
B
Aanlandige wind

Slide 19 - Quizvraag

Welke letter hoort bij het zeeklimaat?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

Welke combinatie is niet mogelijk?
A
BW
B
AF
C
Cs
D
EH

Slide 21 - Quizvraag