Parler

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

> Ik begrijp wanneer ik "il", "elle", "ils" of "elles" moet gebruiken.

> Ik maak kennis met de woorden die horen bij jezelf voorstellen.

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui: lundi 4 décembre
> Parler
> Faire exercices 18,19, 20 et 21
> L'explication

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Au travail!
Quoi? Maak opdr. 18 t/m 21 bij 1.6
Comment ?op de laptop
Aide? Boek blz 27 en blz 38
Durée? tot 13:10
Fini? Apprendre 6 leren op Wozzol
Pourquoi? Om te oefenen met de woorden om jezelf te kunnen voorstellen

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening: il, elle, ils en elles
Om te verwijzen: 
De tafel is mooi -> Zij is mooi.
il = hij, elle = zij, ils= zij en elles = zij
MAAR ook voor objecten
> Vrouwelijke woorden = elle
> Mannelijke woorden = il
> Meervoud vrouwelijk = elles
> Meervoud mannelijk = ils
Bijv. La table est belle -> elle est belle.

Slide 6 - Tekstslide

Oefening:
Vul in: il/elle/ils of elles
1. Voilà Madeleine. _____ habite à Marseille.
2. Il y a une piscine? Oui, ___ est à 4 minutes.
3. Où est le collège? ___ est à Paris.
4. Où sont les amies? ___ sont là-bas.
5. La rue est à droite? Non, ___ est à gauche.
6. Pièrre et Hugo sont là? Non, ___ sont ici.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

> Ik kan iemand begroeten in het Frans.

> Ik kan mijzelf voorstellen in het Frans.

> Ik kan afscheid nemen in het Frans.

Slide 9 - Tekstslide

Aujourd'hui: mercredi 6 décembre
> Parler
> Faire exercice 22
> Faire une dialogue

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Une dialogue partie 1:
Quoi? Bekijk het gesprek en beantwoord de volgende vragen:
> Hoe begroet de man, de verschillende mensen?
> Welke woorden vind jij belangrijk uit de video?
> Wat doen de mensen wanneer zij zich voorstellen?
> Wat doet de vrouw om aan te geven waar ze woont?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Une dialogue partie 2:
Quoi? Vul de gegevens in voor jouw gekozen persoon.
Comment?  In je schrift.
Aide? Boek + woordenboek
Durée? 10 minuten
Fini? Controleer of je alle punten hebt.
Pourquoi? Om te oefenen met begroeten, jezelf voorstellen en afscheid nemen in het Frans.

Slide 14 - Tekstslide

> Hoe diegene heet.
> Hoe oud diegene is.
> Waar diegene woont.
> Hoe diegene is (een eigenschap)
> Wat diegene leuk vindt.
> Hoe diegene zich nu voelt.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Une dialogue partie 2:
Quoi? Voer het gesprek met jouw kaartje
Comment? Zit tegenover elkaar
Aide? Help elkaar
Durée? 2 minuten
Fini? We wisselen klassikaal door
Pourquoi? Om te oefenen met begroeten, jezelf voorstellen en afscheid nemen in het Frans.
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Une dialogue partie 2:
Rol 1:
> Begroet
> Vraag de naam
> Vraag de woonplek
> Vraag een eigenschap
> Vraag wat hij leuk vindt
> Sluit het gesprek af
Rol 2: 
> Begroet
> geef antwoord en vraag 
terug



> Sluit het gesprek af

Slide 17 - Tekstslide

Une dialogue partie 2:
Quoi? Maak een gesprek over de woorden van unité 1
Comment?  In je schrift.
Aide? Boek 
Durée? tot 12:00
Fini? Controleer elkaars gesprek
Pourquoi? Om te oefenen met begroeten, jezelf voorstellen en afscheid nemen in het Frans.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

> Ik kan iemand begroeten in het Frans.

> Ik kan mijzelf voorstellen in het Frans.

> Ik kan afscheid nemen in het Frans.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aujourd'hui: lundi 8 janvier 2024
> Parler
> Faire une dialogue
> Vocabulaire de classe

Slide 22 - Tekstslide

Une dialogue partie 2:
Quoi? Voer het gesprek met jouw kaartje
Comment? zit tegenover elkaar
Aide? Help elkaar
Durée? 4 minuten
Fini? We wisselen klassikaal door
Pourquoi? Om te oefenen met begroeten, jezelf voorstellen en afscheid nemen in het Frans.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aantekening: magister in het Frans
les devoirs = het huiswerk
> Faire = maken
> Apprendre = leren

Moeite met begrijpen? -> Stel een vraag
> Madame, je ne comprends pas les devoirs.
= Mevrouw, ik begrijp het huiswerk niet.

Slide 25 - Tekstslide