Boekendoos


Hoe ver ben jij al met je boek?
Bijv. 396/670
(op blz. 396 van de 670 bladzijden)
Uitleg boekendoos
Verder met personages
Dinsdag 15 februari
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Hoe ver ben jij al met je boek?
Bijv. 396/670
(op blz. 396 van de 670 bladzijden)
Uitleg boekendoos
Verder met personages
Dinsdag 15 februari

Slide 1 - Open vraag

LEESTIJD!
timer
15:00
Bedenk tijdens het lezen wie de hoofdpersoon is. 

Hoe ziet je hoofdpersoon eruit?
Is hij/zij een type of een karakter?

Slide 2 - Tekstslide

Lees het fragment 'Tijgereiland' op blz. 49 en maak daarna in tweetallen vraag 10-13.

Slide 3 - Tekstslide

Woorden
ongewijzigd, zonder rekening te houden met gevoeligheden
op de buitenwereld gericht
een klein stukje ergens van
afbeelding met uitvergrote kenmerken die iets of iemand belachelijk maakt
in zichzelf gekeerd, weinig spraakzaam
'plat' personage, dat alleen maar goed of alleen maar slecht is
personage met ontwikkeling en verschillende eigenschappen
Extravert
Fragment
Introvert
Karikatuur
Ongecensureerd
Type
Karakter

Slide 4 - Sleepvraag

Boekendoosopdracht
Fictie

Slide 5 - Tekstslide

Schoenendoos
Voor deze opdracht heb je een schoenendoos nodig.
 Je gaat namelijk een boekendoos maken over het boek dat je hebt gelezen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1
Lees een boek.
Geen strip!


Slide 11 - Tekstslide

Stap 2
Schrijf zelf een korte samenvatting van de inhoud van het boek.

- Wie is de hoofdpersoon?
- Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
- Hoe loopt het verhaal af?


De samenvatting moet 300 tot 500 woorden bevatten.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3
  • Schrijf onder de samenvatting jouw mening over het boek.


  • Gebruik twee beoordelingswoorden.


  • Je eigen mening moet uit ongeveer 150 woorden bestaan.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4
Zorg ervoor dat je een schoenendoos hebt.

Verzamel tien voorwerpen die, volgens jou, een belangrijke rol in het verhaal spelen.
 

Slide 14 - Tekstslide

Stap 5
Aan elk voorwerp bind je een kaartje. Op de ene kant  van dit kaartje schrijf je waarom dit voorwerp belangrijk
 is in het verhaal.

Op de andere kant schrijf je een citaat uit het boek waarin dit voorwerp voorkomt. Zet het nummer van de bladzijde in het boek erbij.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 6
De buitenkant van de doos versier je
met plaatjes die iets zeggen over het boek.
Ook de binnenkant van de doos probeer je aantrekkelijk te maken. 

Slide 16 - Tekstslide

Stap 7
Op de deksel plak je een kopie van de voorkant van het boek. Je mag de afbeelding van je boek ook van internet halen.


Schrijf ook je naam en klas op de deksel van de boekendoos.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Veel plezier met lezen!

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak opdracht 1 - 12 van blz 50. 
Daarvoor moet je de tekst op blz. 51 lezen. 

Slide 21 - Tekstslide

Is de hoofdpersoon in jouw boek een karakter of een type?
A
Karakter
B
Type

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel voorwerpen met kaartjes moeten er in de boekendoos zitten?
025

Slide 23 - Poll

Wanneer moet de boekendoos af zijn?
A
29 februari
B
1 maart
C
29 maart
D
1 april

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk

Maak opdracht 1 - 12 van blz 50. 
Daarvoor moet je de tekst op blz. 51 lezen. 

Slide 25 - Tekstslide