SBARR-ABCDE methode oefenen 21-12-2023



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Communicatie met de SBARR  en de
ABCDE- methode

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan benoemen wat er bij de verschillende onderdelen moet worden benoemd.
  • Je kan een overdracht volgens de SBARR doen.
  • Je hebt minimaal 1x geoefend met een casus

Slide 2 - Tekstslide

SBARR methode
Waar denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

Door wie is de SBAR methode ontwikkeld?
A
UMCG Groningen
B
V&VN
C
De Amerikaanse marine
D
VMS

Slide 4 - Quizvraag

Wat is waar over redeneerhulpen?
A
Er is geen kennis voor nodig
B
Ze vervangen kennis en ervaring nooit
C
Alleen voor onervaren medewerkers
D
Zijn alleen voor artsen bedoeld

Slide 5 - Quizvraag

SBARR
Door middel van de in Amerika ontwikkelde SBARR-methode kunnen zorgprofessionals gestructureerd en eenduidig met elkaar communiceren over een mogelijk, bedreigende situatie. Deze makkelijk te onthouden methode is van belang om snel maar toch correct te communiceren, zodat de gewenste zorg tijdig gegeven kan worden. Belangrijk doel van de methode is dat de instabiele situatie waarin de patiënt zich bevindt niet ontspoort en de patiënt zo geen schade oploopt.

Slide 6 - Tekstslide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ABCDE methode (zakkaartje)

Slide 9 - Tekstslide

Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 12 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 13 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 14 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 15 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

ABCDE-methode

  • Methode van observeren
  • Soms wordt hiermee gerapporteerd
  • Treat first what kills first

Slide 19 - Tekstslide

ABCDE
Airway- Ademweg
Breathing -ademhaling
Circulation- Circulatie
Disability -Neurologische toestand/bewustzijn
Exposure- omgevingsfactoren (koude/warmte, breuken en kneuzingen etc)

Slide 20 - Tekstslide

Lees dit artikel. Waarom zou je de SBARR volgens dit artikel moeten gebruiken?

Slide 21 - Tekstslide

Casus 1
Patiënt 
Gisteren OK: totale heup prothese
Bloeddruk 67/41
HB gehalte van 4.7
Patiënt voelt zich duizelig en is erg vermoeid

SIT oproep
Uitleg via de SBARR 

Slide 22 - Tekstslide

Casus 2
Mw. Nefkens is 72 jaar.  De thuiszorg komt drie maal per week i.v.m. het verwisselen van de stomaplak. Deze heeft mw. vorig jaar gekregen na operatie aan een darmca.  Mw. opent de voordeur niet.  De thuiszorgmedewerkster kijkt door het raam en ziet mw. op de grond liggen.  In de notities op de werktelefoon staat dat de buurvrouw een sleutel heeft.  De buurvrouw is thuis en opent de deur.  Samen gaan jullie naar mw. toe.  Zij is goed aanspreekbaar en vertelt jammerend dat zij gevallen is over een drempel. Mw. heeft het warm en je constateert een pols van 150. Mw. heeft enorm veel pijn aan haar rechter heup en kan niet opstaan of deze belasten.

Je wilt de situatie overdragen aan een arts. Wat draag je over?

Slide 23 - Tekstslide

Casus 3
Mw Smit krijgt antibiotica tegen urineweginfectie. Jij geef haar de medicatie. Na een aantal minuten geeft ze aan erg duizelig en onrustig te zijn. Krijgt jeuk en rode vlekken. Ook zie je haar gezicht opzwellen. RR 80-50 P 120 T 37.1 AH: 20 oppervlakkig.
Jij vertrouwt het niet en belt de huisarts. 

Slide 24 - Tekstslide

Casus 4
Je komt bij Mw. de Jonge op de kamer en ziet haar op de grond liggen. Ze komt versuft over. Ze is flink aan het transpireren en is ze trillerig. Mw. is bekend met Diabetes type 2 waarvoor ze 3x daags insuline spuit. Je meet de controle's: 
Bloeddruk (RR) 95-50. 
Pols 90          
Temperatuur 37.2. 
Ademhaling 18 
Bloedsuiker 2.3
Je belt de arts. 

Slide 25 - Tekstslide

EINDE

Slide 26 - Tekstslide