Carnavalquiz

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPersoonlijke OntwikkelingMiddelbare schoolvmbo b, k, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vandaag even wat anders tijdens de les

Het is bijna Carnaval, met deze quiz willen we jullie een beetje motivatie geven voor de vakantie!

Spelregels: heel weinig!
Let's go!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ronde 1: Quiz

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt het startsein gegeven voor de nieuwe Carnavalsperiode?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?
A
Gouden eeuw
B
Middeleeuwen
C
prehistorie
D
1950

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland.
B
In Eindhoven
C
In het zuiden van Nederland.
D
In Den Bosch

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Carnaval is altijd op een vaste datum.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Carnaval / vastelaovend is een volksfeest dat in februari of maart plaatsvindt. De precieze datum hangt af van Pasen; het carnaval is altijd zeven weken daarvoor. Het is de bedoeling dat je nog even 'uit je dak gaat' en gek doet voordat de vastentijd begint. De vastentijd is een tijd van matiging, eenvoud en bezinning.
Wat zijn de drie kleuren van carnaval?
A
Rood, wit en blauw
B
Rood, geel en groen
C
Blauw, geel en wit
D
Oranje, geel en groen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Raad van elf
B
Alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de woensdag na carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke periode komt na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welk geloof is carnaval ontstaan?
A
Protestantse geloof
B
Katholieke geloof
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt de vastenperiode na carnaval?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
45 dagen
D
60 dagen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welk feest wordt de vastenperiode na carnaval afgesloten?
A
Pasen
B
Hemelvaart
C
Pinksteren
D
Kerst

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke maand wordt meestal carnaval gevierd?
A
December
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
D
Speciale snacks en hapjes die kraken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad heet
Kruikenstad?
A
Tilburg
B
Oosterhout
C
Etten Leur
D
Den Bosch

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad heet
Oeteldonk?
A
Oosterhout
B
Bavel
C
Eindhoven
D
Den Bosch

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad heet
Kielegat?
A
Roosendaal
B
Breda
C
Etten Leur
D
Bergen op Zoom

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stad heet
Lampegat?
A
Klundert
B
Best
C
Oudenbosch
D
Eindhoven

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gekkengetal?
A
1
B
7
C
11
D
20

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de naam van de hoed die een lid van de raad van elf en de prins draagt?
A
Bolhoed
B
Steek
C
Puntmutsje
D
Carnavalshoed

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dat ding dat de prins in zijn hand heeft?
A
Scepter
B
Totempaaltje
C
Prinsenstok
D
Zwaaipaal

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ronde 2: Muziek

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Van wie is deze carnavalshit?
A
Jan Biggel
B
Peter Selie
C
Snollebollekes
D
Kapotte Kachels

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Uit welk jaar komt dit carnavalsliedje?
A
2023
B
2019
C
2010
D
2020

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Van wie is deze carnavalshit?
A
Gebroeders Rossig
B
Lamme Frans
C
Snollebollekes
D
Andre van Duin

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Van wie is deze carnavalshit?
A
Veul Gere
B
De Deurzakkers
C
Snollebollekes
D
De vier viltjes

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Van wie is deze carnavalshit?
A
Roy Donders
B
Gebroeders Ko
C
Jan Biggel
D
Vieze Jack

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kraantje pappie heeft een liedje. Dit liedje heet welkom in de ....
A
Kroeg
B
Stad
C
Feesttent
D
Carnavalstent

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

I see them left, I see them right
One waddles and the other walks straight
I see them left, I see them right
I can’t get enough because I’m crazy silly mad

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel personen
bestaat de
Snollebollekes?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There’s thunder and lightening and it rains liters beer
It will be pumping or drowning, that’s the only way
To stay on the right course with the wind in our backs
Enjoy with all you got, because these times will never come back

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelf vier ik Carnaval...
A
NOOIT, ik vind er niks aan
B
NOOIT, ik mag niet van thuis
C
ALTIJD, ik wil elk feest meemaken
D
SOMS, alleen als er een leuk feest is

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Fijne vakantie!!

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies