Veenlanden College rekenen oefenen h1

MAVO
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MAVO

Slide 1 - Tekstslide

Met procenten een getal berekenen
Getal= percentage/ 100 x totaal

Slide 2 - Tekstslide

voor de volgende vragen 
zet het percentage om in een decimaal getal.
voorbeeld 3% = 0,03 

Slide 3 - Tekstslide

9% wordt dan

Slide 4 - Open vraag

74,5% wordt dan

Slide 5 - Open vraag

0,7% wordt dan

Slide 6 - Open vraag

voor de volgende vragen 
Een percentage berekenen
deel ÷ geheel x 100% oftewel
percentage= gevraagd aantal  ÷ totaal x 100% 

Slide 7 - Tekstslide

126 = ....% van 420

Slide 8 - Open vraag

105= .....% van 290

Slide 9 - Open vraag

Jonas heeft een inkomen van €915,-. Hij krijgt een bonus van € 100,65.
Hoeveel procent is de bonus van zijn loon?

Slide 10 - Open vraag

Senna heeft een maandloon van € 2.280. In mei krijgt ze € 2.270,88 vakantiegeld.
Hoeveel procent is het vakantiegeld van het jaarloon?

Slide 11 - Open vraag

voor de volgende vragen 
Stijging of daling met een groeifactor

Nieuwe aantal of bedrag = oude aantal of bedrag × groeifactor

Slide 12 - Tekstslide

Eerst oefenen met welke groeifactor hoort er bij.
voorbeeld een stijging met 3% = 1,03
Een stijging van 17% is een groeifactor van

Slide 13 - Open vraag

Een daling met 12% = is een groeifactor van

Slide 14 - Open vraag

Een stijging met 8,5% =
groeifactor van

Slide 15 - Open vraag

Een daling met 17,5% = groeifactor van

Slide 16 - Open vraag

Bereken met behulp van een groeifactor.
Het maandloon van € 1.850 wordt 2% hoger.

Slide 17 - Open vraag

Bereken met behulp van een groeifactor.
Een paar schoenen van € 88 wordt 15% goedkoper.

Slide 18 - Open vraag

De prijs van een scooter is € 1.925. De bijkomende kosten bedragen € 176.
Hoeveel procent zijn de bijkomende kosten van de prijs?

Slide 19 - Open vraag

voor de volgende vragen 
Stijging of daling in procenten
Stijging of daling in procenten
Verandering in % = (nieuw – oud) ÷ oud × 100%



Slide 20 - Tekstslide

Een school heeft 550 leerlingen. Een jaar later zijn dat er 517.
Hoeveel procent is het gestegen?

Slide 21 - Open vraag

In 2012 was het minimumloon € 1.456 bruto per maand. Tien jaar later was dat € 1.725.
Hoeveel procent is het minimumloon gestegen?

Slide 22 - Open vraag

In een jaar was de omzet van Happie & Stappie € 320.000. Een jaar later is dat nog maar € 280.000.
Met hoeveel procent is de omzet gedaald?

Slide 23 - Open vraag

voor de volgende vragen 
Met indexcijfers rekenen

Indexcijfer = nieuw getal ÷ getal basisjaar × 100






Tekst

Slide 24 - Tekstslide

Bereken voor de andere jaren de indexcijfers. Rond af op één decimaal. Schrijf op. een papier met de jaren erbij van 2018 tot en met 2021.
Basisjaar is 2017

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het indexcijfer 2018

Slide 26 - Open vraag

Bereken Indexcijfer 2020

Slide 27 - Open vraag

Indexcijfer 2021

Slide 28 - Open vraag

Bereken cijfer 2018

Slide 29 - Open vraag

Bereken indexcijfer 2018

Slide 30 - Open vraag

Bereken het cpi. Rond af op één decimaal. Schrijf op. 

Slide 31 - Tekstslide

Bereken CPI

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide