In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Examentraining
- Warming up
1. Tekst training
2. Woordenboek training
3. Woordenschat oefenen
4. Maak een oefen examen
Slide 1 - Tekstslide
freerice.com
Slide 2 - Link
Words you should know!
- Signaal woorden
--> leer meer via de link in classroom
Slide 3 - Tekstslide
besides
In addition to this
Consequently
Therefore
On the contrary
Daarbij
Daarnaast
Daarom
Daarentegen
dus
Slide 4 - Sleepvraag
For instance
In addition
Nevertheless
Rather than
Unless
Daarbij/toevoeging
Bijvoorbeeld
hoe dan ook/toch
Liever dan/ eerder
Tenzij
Slide 5 - Sleepvraag
Practice
1. Open classroom
2. Voeg de groepscode toe
3. Open de examentraining
Slide 6 - Tekstslide
Signaal woorden - tekst 1+2
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea’s of zinnen. Door signaalwoorden kun je als lezer ‘signaleren’ dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.
Slide 7 - Tekstslide
Tekst relaties - tekst 3
Bekijk de video Tekstverbanden
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Scannen - tekst 4
Je kijkt naar dikgedrukte of schuingedrukte tussenkopjes en leest alleen de alinea waar je de gevraagde informatie verwacht.
Slide 10 - Tekstslide
Intensief lezen - tekst 5
Je gebruikt de leesstrategie intensief lezen als je een tekst helemaal wil begrijpen. Je gaat de tekst helemaal lezen en zo nodig zoek je de betekenis van moeilijke woorden op. Je kijkt hoe alinea’s met elkaar samenhangen en doorziet zo de structuur van de tekst.
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdgedachte - tekst 6
Als je op zoek bent naar de hoofdgedachte van een tekst, zoek je naar de belangrijkste informatie die de schrijver over het onderwerp geeft. Als je dat in één of twee zinnen navertelt, heb je de hoofdgedachte te pakken!
Slide 12 - Tekstslide
Gaten teksten - tekst 8
Een gatentekst is een tekst waarin woorden of woordgroepen ontbreken. Op de plaats van de ontbrekende woorden bevindt zich een lege ruimte. In die lege ruimte moet het ontbrekende woord worden ingevuld.
Slide 13 - Tekstslide
Pauze
timer
8:00
Slide 14 - Tekstslide
Woordenboek training
Oefen met het opzoeken van woorden. Hoe vaker je dit doet, hoe sneller je het kan. Dit kan veel tijd schelen tijdens het examen.