Staal Spelling 5.2.1 (groep 6)

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

           Spelling

                               Blok 5 week 2 les 1

             

                      Cadeauwoord

woorden met -heid | -teit

Werkwoorden

Welke tijd?

Jij verbood

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

Ik vocht

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

Jullie hebben gevochten

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Welke tijd?

Paul strijdt

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Instructie

Regel: Cadeauwoord. Ik hoor oo, maar ik schrijf eau 
(nummer 24)

- Het cadeau
- Het niveau

woorden met categorie
Cadeauwoord

Bij welke categorie hoort?

Bureau

1. komma's woord
2. Cadeauwoord
3. Zingwoord
4. Kilowoord

Welk woord hoort bij deze categorie?

1. Kettinkje
2. Bioscoop
3. Niveau

Welk woord hoort bij deze categorie?

1. Cijferlijst
2. Plateau
3. Iglo's
4. Koorts

Welk woord hoort bij deze categorie?

1. Cadeau
2. Majesteit
3. Radiootje

We gaan door met het dictee.

Pak je dicteeschrift erbij. 

Veel succes!

Na het dictee maakt je blz. 8 in je boek!

Schrijf het woord:

Schrijf het woord:

Schrijf het woord:

Schrijf het woord:

Schrijf de zin