2.1 vlakke en ruimtelijke figuren - rekenen

Welkom!



Vlakke en ruimtelijke figuren 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!



Vlakke en ruimtelijke figuren 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert vlakke figuren herkennen.
  •   Je leert meetkundige begrippen, zoals evenwijdig, loodrecht en symmetrie herkennen.
  • Je leert ruimtelijke figuren herkennen
  • Je analyseert de NUL-meeting en maakt de keuze of je de instaptoets gaat maken.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
terugkijken vorige les
reguliere programma uitleg + vragen maken
aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Meetkundige begrippen
Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden, zijn evenwijdig of parallel. Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we loodrecht of haaks. Een figuur die je kunt dubbelvouwen zodat de beide helften netjes op elkaar passen heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch

Slide 4 - Tekstslide

Vlakke en ruimtelijke figuren

Slide 5 - Tekstslide

Vlakke figuren
Ruimtefiguren

Slide 6 - Tekstslide

Vlakke figuren
Een vlakke figuur is tweedimensionaal. Het vierkant, de rechthoek, de driehoek en de cirkel zijn voorbeelden van vlakke figuren.

Slide 7 - Tekstslide

Ruimtelijke figuren

Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal (3D).

Het verschil met vlakke figuren is dat jij bij ruimtelijke figuren diepte kan zien.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Meetkundige begrippen
Bij een vierkant staan de zijden loodrecht op elkaar. Bij welk vlak figuur staan de zijden ook loodrecht op elkaar?

Bij een rechthoek staan de zijden ook loodrecht op elkaar.
Bij een vierkant, rechthoek, ruit en parallellogram zijn twee paar zijden evenwijdig aan elkaar.
Al deze figuren, behalve het parallellogram, zijn spiegelsymmetrisch.
Een cirkel heeft oneindig veel symmetrielijnen.


Slide 10 - Tekstslide

Vlakke figuren zijn
A
twee dimensionaal
B
drie dimensionaal
C
vier dimensionaal
D
vijf dimensionaal

Slide 11 - Quizvraag

Een ribbe is een rechte lijn op de scheiding van 2 vlakken van een ruimte figuur
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen

Slide 13 - Quizvraag

Dit vlakke figuur heeft 4 zijden, alle zijden zijn even lang en de hoeken zijn niet recht.
A
Vierkant
B
Ruit
C
Rechthoek
D
Vlieger

Slide 14 - Quizvraag

Welke ruimtelijke figuren
herken je in de speelhuisjes?
A
Vierkant- driehoek- rechthoek
B
Kubus, driehoek, vierkant
C
Kubus, prisma, balk- piramide
D
Kubus- balk-piramide

Slide 15 - Quizvraag

3D-FIGUREN kenmerken

BALK, PRISMA en CILINDER zijn alle drie 'langgerekte'
3D-figuren.
Welke bewering over de basis van deze 3D-figuren
is juist?
A
Balk heeft 2 rechthoeken; Prisma heeft 2 cirkels
B
Prisma heeft 2 driehoeken; Cilinder heeft 2 cirkels
C
Cilinder heeft 2 cirkels; Balk heeft 2 driehoeken

Slide 16 - Quizvraag

3D-FIGUREN kenmerken

PIRAMIDE en KEGEL hebben één kenmerkend verschil.

Welke afbeelding heeft daarom niets met een
piramide te maken?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

2D-FIGUREN

Wat is de overeenkomst tussen:

een vierkant en
een ruit?
A
De lengtes van de vier zijden zijn gelijk
B
De graden van de vier hoeken zijn gelijk

Slide 18 - Quizvraag

2D-FIGUREN

Wat is de juiste legenda bij deze cirkel?

(NB: ken je het ezelsbruggetje?)
A
rood = straal groen = diameter
B
rood = diameter groen = straal
C
Zwart is de oppervlakte
D
Geen van allen

Slide 19 - Quizvraag