§2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging deel 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga op je plek zitten,

doe je telefoon in de telefoontas,

pak je chromebook/boek alvast voor!

Log in op lessonup en volg de les.

Hoofdstuk 2: 

Naar een industriële samenleving

 §2.3

De regering 

en de volksvertegen- woordiging deel 2

Lesplanning 

Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen: 

Uitleg van §2.3 'De regering en de volksvertegenwoordiging' deel 2

Maak van §2.3 'De regering en de volksvertegenwoordiging' vraag 10 t/m 12

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelen van deze les

1. Leg uit verschil uit tussen kabinet en regering
2. Wie zitten er in het kabinet?
3. Vertellen wat een burgerinitiatief is

Het kabinet bestaat uit..

1. Eerst en Tweede Kamer
2. Koning en Ministers
3. Ministers en staatssecretarissen

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?

1. Door de burgemeester.
2. Door de Koning.
3. Door de burgers.
4. Door de minister-president.

Wat is een constitutionele monarchie?

1. Een land met een koning
2. Een land met een grondwet
3. Een land met een gekozen president
4. Een land met een koning en een grondwet

Wat is een fractie?

1. Leden van verschillende partijen
2. Leden van het kabinet
3. Leden van dezelfde partij
4. Mark Rutte

Wat is de sociale kwestie?

1. Een discussie over de goede arbeidsomstandigheden in de 19e eeuw.
2. Een discussie over de slechte omstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw.
3. Een sociaal probleem van de rijke mensen in de 19e eeuw.
4. Het probleem dat niet iedereen in de 19e eeuw kiesrecht had.

Wat is een staatssecretaris?

1. Een soort onderminister.
2. Een minister met een eigen team van ambtenaren.
3. Een lid van de Tweede Kamer.
4. De leider van het kabinet.

Het Parlement is:

1. De volksvertegenwoordiging
2. De plek waar onze indirecte democratie plaatsvindt.
3. Staten-Generaal
4. Tweede + Eerste Kamer

Sleep/koppel de politieke stroming in het vak van de juiste omschrijving

Kwam op voor de rechten van de arbeiders

Vrouwen zijn gelijkwaardig aan mannen

Persoonlijke vrijheid staat centraal

Geloof staat centraal

Confessionalisme

Liberalisme

Feminisme

Socialisme

Regering

Als de partijen er samen uit zijn, dan wordt de regering gevormd.

De regering bestaat uit het staatshoofd, minister-president en ministers. 

Minister-president

Staatshoofd

(koning)

De andere mensen zijn ministers

Welke Politieke Partijen zaten er vorige keer in de regering?

1. Bij1, Denk en Volt
2. VVD en PVV
3. VVD, D66, CDA, CU
4. D66, CDA en VVD

Hoeveel dagen duurde het 4 jaar geleden om een nieuwe regering te vormen?

1. 100
2. 125
3. 200
4. 225

Regering = koning + ministers

Kabinet

Als er een nieuwe regering is gevormd, dan wordt het kabinet gevormd. 

Het kabinet bestaat uit de minister-president, ministers en staatssecretarissen. 

We hebben nu kabinet Rutte 4 in Nederland. De VVD, D66 CDA, en ChristenUnie vormen samen de meerderheid.

Wie zitten er allemaal in het kabinet?

Hieronder staan voorbeelden van ministeries. Welke ministerie doet wat? Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. 

Ministeries

Taken

Onderwijs

Buitenlandse Zaken

Financiën

Veiligheid en Justitie

Anti-pest programma is verplicht op scholen

Belastingen verhogen

De politie mag een wapen dragen

Overleg met de Spaanse president

Aan het werk

Wat: 

1. Lees paragraaf 2.3

2. maak opdracht 10

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting

Invloed van burgers

Elke vier jaar verkiezingen maar ook andere manieren:

Burgerinitiatief

• Burgers kunnen demonstreren
• Actiegroep oproepen
• Burgers kunnen handtekeningen inzamelen

Aan het werk

Wat: 

1. Lees paragraaf 2.3

2. maak opdracht 11 + 12 

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting

Aan het werk

Wat: lees en maak van §2.3 vraag 10 t/m 12

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   de theorie (lees goed!)

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

Klaar: maak een samenvatting 

Tijd: timer

Lesdoelencheck

1. Leg uit verschil uit tussen kabinet en regering
2. Wie zitten er in het kabinet?
3. Vertellen wat een burgerinitiatief is

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je geleerd deze les?