9/11

11 September 2001
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

11 September 2001

Slide 1 - Tekstslide

Do you know what happened
on 11 September 2001 in USA?

Slide 2 - Woordweb

11 september 2001 was een keerpunt in de geschiedenis. De gevolgen van de aanslag spelen nu nog steeds een rol in jouw leven, denk aan oorlogen in het Midden-Oosten of angst voor terroristische aanslagen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

What is 9/11?


Twin Towers
 

Pentagon


The White House

Slide 5 - Tekstslide

What was the World Trade Center?
A group of seven buildings  in lower Manhattan, New York.

International

Work place, hotel, underground mall

Slide 6 - Tekstslide

What were the Twin Towers?
Center pieces of the World Trade Center

Famous

35,000 people worked in the towers

Slide 7 - Tekstslide

What is the pentagon?
One of the largest office buildings in the world, the Pentagon serves as the headquarters of the United States Department of Defense.

Slide 8 - Tekstslide

How many planes crashed that day?

Slide 9 - Open vraag

2 planes hit the towers

Slide 10 - Tekstslide

Pentagon also attacked

Slide 11 - Tekstslide

Four planes crashed that day
One in Washington D.C. (The Pentagon)

One in Shanksville, PA
Two in NYC
(Twin Towers)

Slide 12 - Tekstslide

Did you know?

Slide 13 - Tekstslide

Did you know?
The emergency number in the USA is... (take a guess!)

Slide 14 - Open vraag

Did you know???

USA
MM-DD-YYYY
09-11-2001

The Netherlands
DD-MM-YYYY
11-09-2001

Slide 15 - Tekstslide

9

Slide 16 - Video

Wat was het doelwit van de aanslagen op 11 september 2001?
A
Het world trade Center en het Pentagon
B
De verenigde Naties en het Witte huis
C
Het witte huis en het Capitool
D
De eiffeltoren en Buckingham Palace

Slide 17 - Quizvraag

00:37
What are hijackers?
A
moordernaars
B
kapers
C
terroristen
D
drugsdealers

Slide 18 - Quizvraag

01:07
Wat belooft één van de vliegtuig kapers?
A
dat hij iedereen aan boord gaat vermoorden
B
Als er nog één iemand geluid maakt loopt het slecht af
C
Als de mensen gewoon rustig blijven gaan ze terug naar het vliegveld
D
Het zal allemaal wel goedkomen

Slide 19 - Quizvraag

01:44
Hoeveel vliegtuigen zijn in de World Trade Centre gecrasht?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 20 - Quizvraag

02:12
Wat gebeurde er met het gebouw toen het vliegtuig erin vloog?
A
Het begon enorm heen en weer te schudden
B
Het stortte meteen in
C
Het was bijna niet te voelen beneden
D
Het gebouw explodeerde

Slide 21 - Quizvraag

02:53
Waarom vraagt de reporter of het opzettelijk was dat het vliegtuig in het gebouw vloog?
A
Omdat hij het niet gelooft
B
Omdat het zo onwaarschijnlijk is
C
Omdat de reporter het niet duidelijk vertelt
D
Omdat hij niet alle informatie heeft

Slide 22 - Quizvraag

03:17
Wie was de president van the USA op 11 september 2001?
A
George Washington
B
George W Bush sr.
C
Bill Clinton
D
George W Bush jr.

Slide 23 - Quizvraag

03:52
Hoe lang heeft de 1e toren in brand gestaan?
A
58 minuten
B
59 minuten
C
52 minuten
D
56 minuten

Slide 24 - Quizvraag

05:16
Wat vertelt Tom Burnett aan zijn vrouw wat ze gaan doen?
A
Afwachten tot het vliegtuig landt
B
Ze gaan zich stilhouden omdat ze bang zijn voor de kapers
C
De passagiers willen samen het vliegtuig laten landen in een landelijk gebied
D
Ze doen wat de kapers zeggen

Slide 25 - Quizvraag

07:15
Waar blijft president Bush tijdens de uren na de aanslagen?
A
In zijn vliegtuig omdat het niet veilig is in America
B
Op Camp David waar niemand hem kent
C
In the White house in overleg met national security
D
Op de rampplekken

Slide 26 - Quizvraag

Wat was de naam van de terroristische organisatie die verantwoordelijk was voor de aanslagen op 11 september 2001?
A
Taliban
B
Boko Haram
C
Al Qaida
D
ISIS

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Who did it?
The hijackers were Islamic terrorists from Saudi Arabia and several other Arab nations. Reportedly financed by the al Qaeda terrorist organization of Saudi fugitive Osama bin Laden, they were allegedly acting in retaliation for America’s support of Israel, its involvement in the Persian Gulf War and its continued military presence in the Middle East.
Some of the terrorists had lived in the United States for more than a year and had taken flying lessons at American commercial flight schools. Others had slipped into the country in the months before September 11 and acted as the “muscle” in the operation.
The 19 terrorists easily smuggled box-cutters and knives through security at three East Coast airports and boarded four early-morning flights bound for California, chosen because the planes were loaded with fuel for the long transcontinental journey. Soon after takeoff, the terrorists commandeered the four planes and took the controls, transforming ordinary passenger jets into guided missiles.

After years of searching, Bin Laden was found and killed on 2 May, 2011 in the Abbottabad, Pakistan.





Slide 29 - Tekstslide

Meerdere oorlogen:
Volgens de VS heeft Irak massavernietigingswapens en banden met al-Qaida, daarom verklaart de VS óók aan Irak de oorlog. Achteraf blijkt nooit bewijs voor te zijn geweest. Door deze oorlogen ontstaat er veel instabiliteit in het Midden-Oosten. Zo ontstaan er nieuwe rebellengroepen in landen.

Slide 30 - Tekstslide

Gevolgen merkbaar in NL
De hele wereld is veranderd sinds 2001. In Nederland ontstaat er angst voor terreur. Sommige Nederlanders hebben steeds luidere kritiek op de Islam en er komen politieke partijen die inspelen op die angsten en onzekerheden. Er komen meer aanslagen van al-Qaida. In 2004 worden er vier passagierstreinen opgeblazen in Madrid en een jaar later zijn meerdere aanslagen in het openbaar vervoer van Londen.

Slide 31 - Tekstslide

Gevolgen merkbaar in NL
- Sinds 2005 moet je vanaf veertien jaar altijd je identificatiekaart kunnen laten zien.
- Er is een bewaarplicht voor bel- en internetgegevens. 
- Ook op het vliegveld zijn er nieuwe regels. Controles en regels zijn strenger zoals de vloeistofregels. In een flesje kun je namelijk exploderende vloeistoffen meenemen.

Slide 32 - Tekstslide

Top 3 conspiracy theories
De extreme complottheorie: het is één grote leugen
Er waren geen vliegtuigen en geen terroristen betrokken bij 9/11 – het was allemaal een leugen, in scène gezet door de Amerikaanse overheid en de CIA. De aanslagen moesten er volgens bepaalde complottheoretici voor zorgen dat George Bush een excuus kreeg om een oorlog in het Midden-Oosten te beginnen om daarmee de Amerikaanse toegang tot olie veilig te stellen.
Volgens de aanhangers van deze theorie werden de torens van het WTC en het Pentagon beschoten met raketten die door middel van hologrammen waren gecamoufleerd als vliegtuigen. In de torens waren van tevoren enorme hoeveelheden springstof geplaatst, waardoor ze gegarandeerd zouden instorten.

Slide 33 - Tekstslide

Top 3 conspiracy theories
De gematigde complottheorie: de Amerikaanse overheid wist dat de aanslagen zouden plaatsvinden
De Amerikaanse regering kende de terreurplannen voor 11 september, maar deed niets om de aanslagen te verijdelen. In plaats daarvan plaatste de Amerikaanse regering dynamiet in de twee torens en in het derde gebouw, gebouw 7, van het World Trade Center.
Dit dynamiet moest ervoor zorgen dat de terreuraanslagen zo vernietigend zouden zijn dat Bush gegarandeerd steun zou krijgen voor zijn oorlog in het Midden-Oosten.

Slide 34 - Tekstslide

Top 3 conspiracy theories
3. VOORWENDSEL
De waarschijnlijke complottheorie: de regering gebruikte de aanslagen voor haar eigen belangen
De Amerikaanse regering had niets te maken met de planning of uitvoering van de aanslagen van 11 september, maar gebruikte de aanslagen als excuus om een oorlog te beginnen in Afghanistan, Irak en andere landen in het Midden-Oosten, o.a. vanwege oliebelangen.

Slide 35 - Tekstslide

What do you think about the conspiracy theories of 9/11?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

Do you know the name of the 9/11 memorial that was built where the towers went down in NYC?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video