Stoffen B3 2.4 Chemische reacties les 4

Welkom Basis-3
Je hebt straks je laptop nodig                                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom Basis-3
Je hebt straks je laptop nodig                                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2: Stoffen
§ 2.1 Stoffen herkennen
§ 2.2 Dichtheid
§ 2.3 Moleculen en atomen

§ 2.4 Chemische reacties
§ 2.5 Veiligheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
  1. Terugblik
  2. Leerdoelen
  3. Instructie (uitleg)
  4. Afsluiting 
  5. Huiswerk
  6. Nabespreking

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  1. Je kunt kenmerken van mengsels en zuivere stoffen benoemen.
  2. Je kunt de bouw van stoffen beschrijven met moleculen en atomen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zuivere stof?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

zuivere stof
mengsel

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van die stof?
A
Atoom
B
Kristal
C
Molecuul

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuivere stof of mengsel? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat een molecuul?
A
Uit andere moleculen
B
Uit atomen
C
Uit kristallen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: 2.4 Chemische reacties
  1. Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.
  2. Je kunt chemische reacties onderscheiden van natuurkundige processen.
  3. Je kunt een chemische reactie beschrijven als een verandering van moleculen.
  4. Je kunt bij een chemische reactie de beginstoffen en reactieproducten onderscheiden.
  5. Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie benoemen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffen veranderen
Bij een chemische reactie veranderen stoffen in andere stoffen.
Voorbeelden van chemische reacties zijn:
  1. • hout verbrandt in een kachel;
  2. • je bakt een ei (figuur 1);
  3. • je bakt een pannenkoek van meel, eieren en melk;
  4. • benzine verbrandt in de motor van een scooter;
  5. • je laat beton uitharden;
  6. • het ijzer van je fiets roest;
  7. • je lijmt twee dingen aan elkaar.
Chemische reactie:
Proces waarbij moleculen veranderen in andere moleculen.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties herkennen
Een chemische reactie is niet omkeerbaar. 
                 Een gebakken ei kun je niet rauw maken.


Een natuurkundig proces is omkeerbaar.
          Bevroren water (ijs) kun je weer smelten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reacties herkennen
  • Bij een chemische reactie gebeurt er iets met de bouwstenen van de stof.
  • De moleculen van de stoffen vallen uit elkaar in losse atomen. 
  • Daarna binden de atomen op een andere manier aan elkaar. 
  • Uit de losse atomen worden dan nieuwe stoffen gevormd. 
  • Dit zie je in figuur 2.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten reacties
Er zijn verschillende soorten chemische reacties. 
Soms verandert één stof in verschillende andere stoffen. 
Bij andere reacties moet je verschillende stoffen bij elkaar doen. 

Twee soorten chemische reactie zijn:
  1. ontleden
  2. verbranden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleden
Bij een ontledingsreactie ontstaan uit één beginstof verschillende andere stoffen. 
De beginstof bestaat uit verschillende atomen. 
Door de atomen anders te verdelen, ontstaan nieuwe stoffen. 
In figuur 4 is het ontleden van water getekend. 
Uit de beginstof water ontstaan de reactieproducten zuurstof en waterstof.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranden
Veel stoffen reageren met zuurstof uit de lucht.
Langzaam --> oxideren
Snel --> verbranden
  Een voorbeeld is de verbranding van methaan in het gasfornuis. 

Bij de verbranding van aardgas verdwijnen de stoffen methaan en zuurstof. Na de verbranding heb je koolstofdioxide en water.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranden
Voor verbranding zijn drie dingen nodig:
• een brandbare stof;
• voldoende zuurstof;
• een temperatuur die hoog genoeg is.


  • Bij een verbrandingsreactie reageert een brandstof met zuurstof, waarbij verbrandingsproducten ontstaan. Daar komt warmte bij vrij.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Nova code: 078075
Aan de slag!


Maak van paragraaf 2.4 Chemische reacties
opdracht 1 t/m 10
Je mag samenwerken!
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2.4 Chemische reacties
opdracht 1 t/m 10

Je mag samenwerken!

rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 
Antwoorden opdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Wetenschap is het opdoen van kennis en deze toepassen.
Natuurwetenschappers kijken naar de natuurlijke wereld, en nemen verschijnselen waar. En proberen die te verklaren en te voorspellen.
Ze doen ONDERZOEK en ontdekken zo nieuwe dingen over de natuur om ons heen.
Techniek wordt gebruikt om die kennis in uitvindingen toe te passen

Verschil Natuurkunde en Scheikunde: tijdelijk en blijvende veranderingen: Je kan het niet meer terug krijgen in de oude staat.
Eigenlijk IS scheikunde ook natuurkunde, maar dan specifiek gericht op stoffen en hoe die met elkaar reageren DUS een blijvende verandering


Welke vraag vond je makkelijk?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: we weten.....
  1. Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.
  2. Je kunt chemische reacties onderscheiden van natuurkundige processen.
  3. Je kunt een chemische reactie beschrijven als een verandering van moleculen.
  4. Je kunt bij een chemische reactie de beginstoffen en reactieproducten onderscheiden.
  5. Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie benoemen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap de leerdoelen:
Je kunt processen in het dagelijks leven herkennen als chemische reactie.
Je kunt chemische reacties onderscheiden van natuurkundige processen.
Je kunt een chemische reactie beschrijven als een verandering van moleculen.
Je kunt bij een chemische reactie de beginstoffen en reactieproducten onderscheiden.
Je kunt de kenmerken van een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie benoemen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je planner

Maak van paragraaf 2.4 Chemische reacties
opdracht 1 t/m 10
Dank voor jullie aandacht!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies