7.1 - ruimtelijk kijken en tekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

7.1 ruimtelijk kijken en tekenen

Wat gaan we doen?

• Toets H6 bespreken
• Theorie A: ruimtelijk kijken
• Theorie B: een kubus/ balk tekenen
• Zelfstandig aan het werk
• Theorie C: Tekenen in perspectief
• Zelfstandig aan het werk

Wat moet je kennen/ kunnen?

• Je weet wat ruimtelijk kijken is.
• Je weet hoe je een kubus of balk moet tekenen en welke regels hierbij gelden. 
• Je weet wat tekenen in perspectief is en welke regels hierbij gelden.

Theorie A: ruimtelijk kijken

Noem een eenheid

Diepte zien

Je hersenen laten dus niet altijd zien wat er staat.

• Je hersenen vullen de kleuren aan, maar...
• dit lukt niet altijd goed.
  
  

• Je hersenhelften werken hiervoor niet snel genoeg samen.
  

Theorie B: Kubus/ balk tekenen

Hoe moeten de letters?

Hoe moeten de letters?

A

B

C

D

E

F

G

H

Hoe heet het
rechter-zijvlak?

A

B

C

D

E

F

G

H

Aan de slag!

• Maken =  bladzijde 157 (=vraag 4 t/m 10)
• Alles nog niet duidelijk? Doe mee met de extra   uitleg!

• Eerste 5 minuten stil!
• Daarna 10 minuten RUSTIG overleggen. 

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm

BC = 8 cm

AE = 2 cm

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm

BC = 8 cm

AE = 2 cm

1. Maak een schets:

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm

BC = 8 cm

AE = 2 cm

1. Maak een schets:

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

2. Teken voorvlak op ware grootte
    en een lijn schuin naar achteren.

     De lijn naar achteren maak je de lengte:2 vakjes naar rechts     
     en altijd 1 omhoog. Dus nu 4 naar rechts en 1 omhoog.

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

2. Teken voorvlak op ware grootte
    en een lijn schuin naar achteren.

     De lijn naar achteren maak je de lengte:2 vakjes naar rechts     
     en altijd 1 omhoog. Dus nu 4 naar rechts en 1 omhoog.

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met

AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

3. Teken het achtervlak op ware

      grootte aan het eind van de lijn.

      De ribben die achter de andere vlakken komen te zitten,

      teken je met een streepjes-lijn.

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

3. Teken het achtervlak op ware
      grootte aan het eind van de lijn.
      De ribben die achter de andere vlakken komen te zitten,
      teken je met een streepjes-lijn.

      

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

4. Teken de andere ribben
      schuin naar achteren.
       Denk weer aan de streepjes-lijn.
      Als het goed is, zijn deze lijnen even lang en evenwijdig

      

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met 
AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

4. Teken de andere ribben
      schuin naar achteren.
       Denk weer aan de streepjes-lijn.
      Als het goed is, zijn deze lijnen even lang en evenwijdig

      

7.1: Balk tekenen

Teken een balk ABCD EFGH met AB = 3 cm, BC = 8 cm, AE = 2 cm

Laatste stap: 5. Maak de balk af.

      

Theorie C: tekenen in perspectief

7.1: Perspectief

Foto in perspectief 

7.1: Perspectief

Foto in perspectief 

Hier loopt een lijn,
dit noemen we de horizon.

En dit puntje            de lijnen in
samenkomen, noemen we het
verdwijnpunt.

7.1: Perspectief

Bij tekeningen in perspectief gebruiken we de volgende regels:

• Evenwijdige lijnen die van je af lopen, snijden elkaar in het verdwijnpunt op de horizon.
• De horizon is op ooghoogte.
• Verticale lijnen blijven verticaal.

Huiswerk!

• Maken + nakijken =  bladzijde 157 (=vraag 4 t/m 13)
• Alles nog niet duidelijk? Doe mee met de extra  uitleg!

• Eerste 5 minuten stil!
• Daarna 10 minuten RUSTIG overleggen.