1.1 Veranderingen in woonbuurten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Arm en rijk

Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.1

Veranderingen in woonbuurten

Arm en rijk

De ene buurt is de andere niet

Hoe ziet jouw woonomgeving eruit?

- Het woningtype: laag- of hoogbouw, vrijstaand, twee-onder-een-kap etc.

- Het eigendom: (sociale)huur- of koopwoingen

- Beschrijf de bewoners: de gezinsfase, afkomst, inkomen etc.

- Hoe is het om er te wonen?

Woonbuurt: een deel van een stad of dorp waar wonen de belangrijkste functie is

Woonomgeving: de kenmerken van het gebied waarin je woont

Woonbuurten verschillen, want de samenleving verandert

Woonbuurten verschillen van elkaar, afhankelijk van:

• De tijd waarin ze gebouwd zijn
• De eisen die werden gesteld aan woningen

1890

1950

1970

Woonbuurten veranderen, want de samenleving verandert

Onze leefstijl is verandert, dus onze wooneisen ook...

• Toegenomen welvaart, we zijn rijker geworden
• Toegenomen mobiliteit, we verplaatsen ons makkelijker

De samenleving verandert, de woonomgeving past zich aan

• Minder bewoners per woning: zie appartementen
• Toegenomen mobiliteit: meer auto's bij huis, zie extra parkeerplaats
• Verouderde huizen hebben plaatsgemaakt voor nieuwbouw

Wonen in Presikhaaf

Tussen 1950 en 1970 werd

er in hoog tempo gebouwd, 

ook in Presikhaaf

• Goedkope materialen
• Eenzijdige woningen
• Sociale huurwoningen

 

Presikhaaf-West

Presikhaaf gebouwd tussen 1950-1970 (kwalitatief slechte woningen, weet je nog?). Ook wonen er mensen met een lager inkomen die weinig geld te besteden hebben voor het onderhoud van de woning, waardoor de wijk nog sneller in verval raakt. 

Stedelijke vernieuwing

De gemeente Arnhem wil verpaupering in Presikhaaf-West tegengaan:

• Renovatie
• Sanering

Renovatie

Het opknappen van oude huizen, zodat ze voldoen aan moderne woonwensen

Sanering

Een deel van de wijk gaat plat en maakt plaats voor nieuwbouw

• Goedkope huurwoningen > duurdere koopwoningen
• Doel: hogere inkomensgroepen aantrekken

Aan de slag! 

Maken opdrachten bij 1.1 uit de studiewijzer

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor par?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig